Stel je voor je krijgt over het weekend
bezoek van een vriend / een vriendin uit Duitsland / Oostenrijk / Zwitserland.
Dus hij of zij spreekt alleen Duits. Hij of zij is erg geïnteresseerd in kunst en cultuur.
Maak een programma voor jouw vriend / vriendin in het Duits (in hele zinnen).
Wat wil je samen met hem of haar bezoeken \(in en om Goes)