5v Latijn - 2021-02-02 - betrekkelijk voornaamwoord

1 / 16
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aan welke naamwoorden, die we eerder behandeld hebben, zijn de betrekkelijk voornaamwoorden gelijk?

Slide 3 - Open question

In welke opzichten congrueert het betrekkelijk voornaamwoord met het antecedent?
A
getal
B
geslacht
C
naamval
D
alle drie

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

In welke gevallen mag je in het Nederlands het betrekkelijk vnmw. 'wat' gebruiken?
A
nooit
B
altijd
C
alleen als het antecedent een abstract begrip is
D
alleen als het antecedent een het-woord is

Slide 6 - Quiz

In welke gevallen mag je in het Nederlands het betrekkelijk vnmw. 'welk(e)' gebruiken?
A
nooit
B
altijd
C
alleen als het antecedent op mensen slaat
D
alleen als het antecedent op dingen slaat

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vertaal: Pater gratus est. Cui dona donamus.

Slide 10 - Open question

Vertaal: Appropinquant urbi. Quam omnes novimus.

Slide 11 - Open question

Vertaal: Senatores omnes videtis? Qui in Curia sedent.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Hoe kan een conjunctivus in de betrekkelijke bijzin bedoeld worden? Geef de juiste term(en).

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide