Woordenschatles Het gat in de dijk

Wat weet je over een dijk?
1 / 39
next
Slide 1: Slide
WoordenschatBasisschoolGroep 3,4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weet je over een dijk?

Slide 1 - Slide

de dijk
De dijk beschermt Nederland tegen de zee.

Slide 2 - Slide

de zee
de zeedijk 

Slide 3 - Slide

de oom
Mijn oom is de broer van mijn moeder. 

Slide 4 - Slide

De molen 
de molen                   pompt het water uit het kanaal. 

Slide 5 - Slide

het weiland 
In het weiland lopen koeien 

Slide 6 - Slide

De sluis is dicht
De schutsluis houdt het water tegen.

Slide 7 - Slide

 De stad  
Het platteland

Slide 8 - Slide

            blazen                   ik blaas            

Slide 9 - Slide

huppelen
Het konijn huppelt. 

Slide 10 - Slide

sijpelen: Het water sijpelt uit de kraan.
druppelen: Het water druppelt uit de kraan.

Slide 11 - Slide

De overstroming 
Door  de overstroming is het het dorp onder water gelopen

Slide 12 - Slide

mijn hand 
duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink 

Slide 13 - Slide

de dominee 
De dominee werkt voor de kerk.

Slide 14 - Slide

bibberen
Zij bibbert van angst .

Slide 15 - Slide

de held 
De held doet goede dingen! 

Slide 16 - Slide

zwaaien 
Hans zwaait. 

Slide 17 - Slide

Het verhaal van Hans Brinker

Slide 18 - Slide

luister

Slide 19 - Slide

Wat voor werk doet de vader van Hans? Hij is:
A
sluiswachter
B
bakker
C
leraar
D
dominee

Slide 20 - Quiz

luister

Slide 21 - Slide

luister

Slide 22 - Slide

Hoe oud is Hans?
A
ongeveer 9 jaar
B
ongeveer 6 jaar
C
ongeveer 7 jaar
D
ongeveer 8 jaar

Slide 23 - Quiz

Waar woont de opa van Hans?
A
In een kasteel
B
In de stad
C
Op het platteland
D
In de woestijn

Slide 24 - Quiz

luister

Slide 25 - Slide

luister

Slide 26 - Slide

luister

Slide 27 - Slide

luister

Slide 28 - Slide

Wat kwam Hans onderweg naar zijn opa niet tegen?
A
koeien
B
een konijn
C
een molen
D
een hond

Slide 29 - Quiz

luister

Slide 30 - Slide

luister

Slide 31 - Slide

luister

Slide 32 - Slide

luister

Slide 33 - Slide

Wat deed Hans toen hij zag dat er water door de dijk sijpelde?
A
Hij stak zijn vinger in de dijk
B
Hij liep gewoon door naar zijn opa
C
Hij rende naar huis om hulp te halen
D
Hij maakte foto's van de dijk

Slide 34 - Quiz

luister

Slide 35 - Slide

luister

Slide 36 - Slide

luister

Slide 37 - Slide

Wie ging hulp halen, zodat Hans zijn vinger uit de dijk kon halen?
A
De opa van Hans
B
De dominee
C
De vader van Hans
D
De bakker

Slide 38 - Quiz

luister

Slide 39 - Slide