3m - Les 10 P2 - Schritt 38

1 / 49
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

   Deutsch!    

3m
Les 10 P2
Gutentag!

Slide 2 - Slide

Studienführer
Voorbereiding
maken: Schritt 39 + D-Prüfung

verwerkingsopdrachten
maken: Samenvatting lesstof

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wiederholung

Slide 5 - Slide

Het werkwoord werden in de verleden tijd
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden

Slide 6 - Drag question

Das Auto ... repariert.
A
würde
B
würdet
C
würdest
D
würden

Slide 7 - Quiz

Ich ... verrückt, als der Reife schon wieder geplatzt war.
A
würde
B
würdet
C
würdest
D
würden

Slide 8 - Quiz

Meine Eltern ... angerufen, dass das Auto abgeholt werden konnte.
A
würde
B
würdet
C
würdest
D
würden

Slide 9 - Quiz

Der Mietwagen ... von der Versicherung bezahlt.
A
würde
B
würdet
C
würdest
D
würden

Slide 10 - Quiz

Wortschatz

Slide 11 - Slide

demnach

A
dus
B
bovendien

Slide 12 - Quiz

außerdem

A
echter
B
bovendien

Slide 13 - Quiz

daher

A
toch
B
daarom

Slide 14 - Quiz

duidelijk
A
helder
B
klar
C
deutlich
D
verstehend

Slide 15 - Quiz

het affiche
A
die Poster
B
das Plakat
C
die Brochüre
D
der Prospekt

Slide 16 - Quiz

het salaris
A
das Monatgeld
B
das Gehalt
C
die Vergütung
D
die Salarung

Slide 17 - Quiz

de tentoonstelling
A
die Ausstellung
B
das Ergebnis
C
die Leistung
D
die Veranstaltung

Slide 18 - Quiz

de acteur
A
der Actor
B
der Auteur
C
der Verfasser
D
der Schauspieler

Slide 19 - Quiz

Op de toets...
Zelf zinnen maken.

Slide 20 - Slide

De verkoper danst daar.

Slide 21 - Open question

De actrice is helemaal niet slim.

Slide 22 - Open question

Let op: sich freuen
ich freue mich                                  me
du freust dich                                   je
er/sie/es freut sich                        zich
wir freuen uns                                  ons
ihr freut euch                                     je
sie/ Sie freuen sich                         zich

Slide 23 - Slide

Wiederholungsgrammatik

Slide 24 - Slide

Zoek de juiste vraagwoorden bij elkaar!
hoe?
waar?
waarvandaan?
wat?
wie?
wanneer?
wann?
woher?
wie?
wo?
Was?
wer?

Slide 25 - Drag question

... heißt dein Bruder?
A
Wie
B
Wo
C
Wer
D
Wann

Slide 26 - Quiz

... beginnen die Ferien?
A
Wie
B
Wo
C
Wer
D
Wann

Slide 27 - Quiz

... bist du geboren?
A
Wie
B
Wo
C
Wer
D
Wann

Slide 28 - Quiz

231

Slide 29 - Open question

68

Slide 30 - Open question

1009

Slide 31 - Open question

28.
(tip: laatste letter is -e)

Slide 32 - Open question

12.
(tip: laatste letter is -e)

Slide 33 - Open question

Redemittel

Slide 34 - Slide

Mijn auto is kapot.

Slide 35 - Open question

Hoe lang duurt de reparatie?
A
Wie lange dauert die Reparatur?
B
Wer lange dauert die Reparation?

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Video

Wat zou het woord 'Reifenpanne' hier kunnen betekenen?
A
bandenspanning
B
reservewiel
C
sneeuwkettingen
D
lekke band

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video

Wat zou het woord 'Mietwagen' kunnen betekenen?
A
langzame auto
B
huurauto
C
patserbak
D
automaat

Slide 40 - Quiz

Wat kost deze huurauto per dag?

Slide 41 - Open question

Kunt u zien,
wat het probleem met de auto is?

Slide 42 - Open question

Slide 43 - Slide

Redemittel 
Schritt 38

Slide 44 - Slide

Wat is jouw lievelingsband? (Lieblingsband v)

Slide 45 - Open question

Ik was gisteren bij het concert in het Stadion. (= im Stadion)

Slide 46 - Open question

Waarom is de band er nog niet?

Slide 47 - Open question

Slide 48 - Video

Leerdoel behaald?

Slide 49 - Slide