De late industrialisatie van Nederland

Hoofdstuk 2


Nederland als industriële samenleving 

Paragraaf 1 De late industrialisatie van Nederland

1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2


Nederland als industriële samenleving 

Paragraaf 1 De late industrialisatie van Nederland

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf :
  • Kan ik uitleggen waardoor het kwam dat Nederland later industrialiseerde dan Belgie.
  • Kan ik uitleggen hoe belangrijk infrastructuur en techniek waren bij de industrialisatie.
  • Kan ik uitleggen wat er veranderde door de industrialisatie aan de arbeidsomstandigheden.

Slide 3 - Slide

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)

  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine

Slide 4 - Slide

van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Nederland industrialiseert laat 
  • Pas vanaf 1870
  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie.

Slide 7 - Slide

  • 1830 Belgie in opstand
  • 1839  Willem I erkent  onafhankelijkheid Belgie
  • Twente werd het industriele ontwikkelgebied (textiel)

Slide 8 - Slide

1.2 Vervoer en techniek
  • Voor industrialisatie  heb je infrastructuur nodig
  • ==> voor vervoer van grondstoffen en eindproducten
  • Willem I investeerd veel in infrastructuur (koning koopman)
  • Liet kanalen graven
  • 1839: eerste trein tussen Amsterdam en Haarlem
  • Vanaf 1900 eerste auto's in Nederland

==> vanaf 1860 komt industrialisatie van Nederland op gang

Slide 9 - Slide

AAn de slag.....
1. Indien je mijn uitleg moeilijk vindt= lees par 1
2. snap je alles= maak par 1
3. even toe aan iets anders= https://youtu.be/YrD7pv912Ck
(schooltv - histoclip- industriele revolutie)
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Toetsvraag
(2p)   Vervoer is een belangrijke voorwaarde voor economische ontwikkeling.
  Horen handelsverbindingen via trekvaart, zeilschepen en koetsen vóór of na de periode van de industriële revolutie? Leg je antwoord uit.



Slide 11 - Slide

Toetsvraag
(2p)   Vervoer is een belangrijke voorwaarde voor economische ontwikkeling.
  Horen handelsverbindingen via trekvaart, zeilschepen en koetsen vóór of na de periode van de industriële revolutie? Leg je antwoord uit.
De handelsverbindingen horen bij de tijd vóór de industriële revolutie. Alle vervoersmiddelen worden aangedreven door krachten uit de natuur. De tijd na de industriële revolutie kenmerkt zich door vervoersmiddelen die door machines/motoren (trein, stoomschip, auto) aangedreven worden.



Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 2


Nederland als industriële samenleving 

Paragraaf 1 De late industrialisatie van Nederland

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf :
  • Kan ik uitleggen waardoor het kwam dat Nederland later industrialiseerde dan Belgie.
  • Kan ik uitleggen hoe belangrijk infrastructuur en techniek waren bij de industrialisatie.
  • Kan ik uitleggen wat er veranderde door de industrialisatie aan de arbeidsomstandigheden.
  • In dit hoofdstuk ga je oefenen met het beoordelen van bronnen: hoe bruikbaar zijn ze voor historisch onderzoek? 
  • Maar eerst even een herhaling.......lees 1.1 en 1.2 in stilte!!!

Slide 14 - Slide

  1. Zuidelijk deel van NL
  2. Noordelijke deel van NL
  3. burgers
  4. arbeidsdeling
  5. onafhankelijkheid België
  6. Willem I
  7. werken in de Industrie
a. verbetering infrastructuur
b. veel handel
c. industrie verhuist naar Twente
d. middel van bestaan
e. modern met veel industrie
f. fabriekseigenaren
g. tegenovergestelde van ambachtswerk

Slide 15 - Slide

1.3 Het leven verandert
Met de komst van fabrieken kwamen er andere arbeidsomstandigheden
  • Om de kosten zo laag mogelijk te houden werkten vooral vrouwen en kinderen in de fabrieken.
  • Fabrieken gingen geen complete producten meer maken --> Arbeidsdeling.
  • Op het platteland was er bijna geen werk meer -->  Opkomst industrie en machines namen werk over.
  • Overbevolking in de stad --> Kleine woningen en veel uitbraken ziektes.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag.....
1. Indien je mijn uitleg moeilijk vindt= lees par 1
2. snap je alles ?= maak par 1 
3. Oefenen met spotprenten? = Maak par 2
4. even toe aan iets anders ?= 
(schooltv - histoclip-
 industriele revolutie)
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Stel= Je moet mbv een prent een beeld geven van de arbeidsomstandigheden van rond 1900. Welke bron gebruiken jullie? Leg je antwoord uit.
1.
2.
3. 
4.

Slide 19 - Slide