1. Het hart is géén uitscheidingsorgaan, het hart is een
transportorgaan.
2. De longen zijn o.a. ook een uitscheidingsorgaan, maar zij scheiden koolstofdioxide uit. Een restproduct van de verbranding van zuurstof en glucose.
3. De lever is géén uitscheidingsorgaan, maar een spijsverteringsorgaan. Het bewerkt wel stoffen en zet ze o.a. om in afvalstoffen, maar scheidt ze niet uit.
4. De nieren de nieren filteren ureum uit het bloed met de nierschors en -merg, en vermengen het met overtollig water en scheiden het dan uit via de nierbekken naar de urineleiders naar de urineblaas en dan via de urinebuizen naar buiten.