Post versturen - Roosendaal

Les dinsdag 27 augustus
1 / 52
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les dinsdag 27 augustus

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Aan het einde van de les weet je:
  • hoe je een adres opschrijft
  • hoe je een persoonlijk bericht op een kaart schrijft
  • hoe je post moet versturen

Slide 5 - Slide

Hoe komt post op het juiste adres?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Een adres bestaat uit 4 dingen:
  1. Straat

  2. Huisnummer

  3. Postcode

  4. Woonplaats

Slide 8 - Slide

Adres zoeken
  1. Pak je telefoon

  2. Ga naar Google

  3. Typ:      curio    nt2    roosendaal

  4.  Wat is het adres?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is een postcode?
Een postcode heeft in Nederland:

  • 4 cijfers
  • 2 letters


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

postcode 4702 ZW
47   =   regio Roosendaal
02   =   gebied in Roosendaal
ZW =   gedeelte van de straat

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Schrijf je eigen adres op
Schrijf het adres op 3 regels. 
Gebruik hoofdletters.

  1.   voornaam + achternaam
  2.   straat + huisnummer
  3.   postcode + plaats

Slide 16 - Slide

Wanneer bezorgt het bedrijf...
  • in Breda
  • in Groningen
  • in Zwolle
  • in Limburg
  • in België 

Slide 17 - Slide

               Ik weet de postcode niet!

Slide 18 - Slide

            Ik weet de straat niet! 

Slide 19 - Slide

Een kaart met de post versturen.
Waar moet je op letten?

  • Het gewicht van de post
  • Plaats van de postzegel
  • Plaats van het adres
  • Maat van de envelop
  • Hoe je de brief in de envelop doet


Slide 20 - Slide

  • 1  tot 20 gram
  • 20 tot 50 gram

Slide 21 - Slide

  • 50 tot 350 gram
  • 350 tot 2000 gram
  • grote enveloppen (32,4x22,9 cm)

Slide 22 - Slide

Postzegels plakken!

Slide 23 - Slide

Plaats van de postzegel

Slide 24 - Slide

Plaats van het adres:
Curio 

4826 
Breda
4
CW
Zomergemstraat

Slide 25 - Slide

Wat betekent  t.a.v.
  • t.a.v. = ter attentie van

  • Je gebruikt deze afkorting als je post stuurt naar een persoon bij een bedrijf of organisatie.

  • regel 1: naam bedrijf
  • regel 2: t.a.v. + naam


Curio 

4826 
Breda
4
CW
Zomergemstraat
t.a.v.
Tanja van der Made

Slide 26 - Slide

Wat doe je...


als je de voornaam niet weet.
Curio 

4826 
Breda
4
CW
Zomergemstraat
t.a.v.

Slide 27 - Slide

Wat doe je...


als je de naam niet weet, 
maar wel de afdeling.
Curio 

4826 
Breda
4
CW
Zomergemstraat
t.a.v.

Slide 28 - Slide

Wat doe je...


als je de naam
én
de afdeling weet.
Curio 

4826 
Breda
4
CW
Zomergemstraat

Slide 29 - Slide

Maat van de envelop:

Slide 30 - Slide

Een kaartje schrijven
  • Een kaartje is een persoonlijk bericht.
  • Je schrijft het aan vrienden of familie.

  • In een persoonlijk bericht gebruik je de je-vorm.
  • Soms gebruik je toch de u-vorm.
  • Bijvoorbeeld omdat dit in jouw familie zo afgesproken is.
  • De u-vorm noem je de beleefdheidsvorm.

Slide 31 - Slide

Opdracht: gebruik de je-vorm
  • Lees de ansichtkaart
  • De u-vorm en de je-vorm staan door elkaar
  • Alle hoofdletters en leestekens ontbreken.
  • Schrijf de ansichtkaart opnieuw.
  • Gebruik alleen de je-vorm.
  • Zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats.
  • Zet jouw naam onder de tekst.

Slide 32 - Slide

Hoe schrijf je een persoonlijk bericht?

Slide 33 - Slide

Datering

  • Schrijf de plaatsnaam voluit.
  • Schrijf de maand voluit.

    Bijvoorbeeld:

    Roosendaal, 27 augustus 2024

Slide 34 - Slide

Aanhef

  • Begin altijd met een groet.

     Bijvoorbeeld:

    Hoi Marwa,

Slide 35 - Slide

Aanhef

  • Begin altijd met een groet.

     Bijvoorbeeld:

    Hoi Marwa,

Slide 36 - Slide

Inhoud

  • Vertel wat je wilt zeggen.


    Bijvoorbeeld:

    Fijn dat je dit jaar weer naar school komt!

Slide 37 - Slide

Slotgroet
  • Eindig je bericht met een afsluitende zin en een groet.
    Je noemt dit de slotgroet.
  • Zet onder de slotgroet jouw naam. Dit noem je de ondertekening. Bijvoorbeeld:
    Ik wens je veel succes en plezier. Groetjes,
    ........

Slide 38 - Slide

Oefenen:

  • Schrijf een ansichtkaart aan jouw docent.
  • Aan mij dus ;-)

Slide 39 - Slide

Een persoonlijk bericht schrijven
  1. Schrijf een kaartje voor een medecursist.
  2. Begin de tekst met een aanhef. 
  3. Schrijf een kort bericht van twee of drie regels.                  
  4. Sluit de tekst af met een groet. 
  5. Schrijf het adres rechts op de kaart.   

    Let op: zet de hoofdletters en leestekens op de juiste plaats.                           

Slide 40 - Slide


Een pakketje versturen ->
 waar let je op?

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

  • Grootte van de doos
  • Plaats adres
  • Opvulmateriaal
 Waar let je op?

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Waar zet je de postzegel op een envelop
A
Rechts boven in de hoek
B
Links onder in de hoek
C
Links boven in de hoek
D
In het midden

Slide 45 - Quiz

Wat is het verschil tussen "vertrouwelijke post" en "persoonlijke post" ?
A
Er is geen verschil
B
Vertrouwelijke post mag je open maken
C
Persoonlijke post mag je openmaken
D
Op vertrouwelijke post staat vertrouwelijk en bij persoonlijke post staat de naam bovenaan het adres

Slide 46 - Quiz

Onze post wordt door de postbode bezorgd, maar vroeger werd de post door een dier bezorgd. Welk dier was dat?

A
B
C
D

Slide 47 - Quiz

Waar worden brieven/kaarten op gesorteerd
A
Straatnaam
B
Plaats
C
Kleur
D
Postcode

Slide 48 - Quiz

Wat is interne post?
A
Alle poststukken die bij een bedrijf binnenkomen
B
Post die binnen een bedrijf wordt verstuurd
C
Alle poststukken die worden verstuurd

Slide 49 - Quiz

Waar let je op als je een voorwerp in een doos verstuurd
A
Is de doos de goede maat
B
Is de lege ruimte opgevuld
C
Heb je het adres label op de bovenkant geplakt
D
Is de bovenkant afgeplakt

Slide 50 - Quiz

brieven kan je per ........ versturen.
A
Post
B
What's app
C
Teams
D
Mail

Slide 51 - Quiz

Wanneer is de eerst handgeschreven brief verstuurd.
A
In 1990
B
In 908
C
500 jaar voor de Europese jaartelling
D
100 jaar voor de Europese jaartelling

Slide 52 - Quiz