Leesvaardigheid: functiewoorden

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...het verschil uitleggen tussen signaalwoorden en functiewoorden;

...uitleggen wat een functiewoord is;

...het functiewoord van een alinea benoemen.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...het verschil uitleggen tussen signaalwoorden en functiewoorden;

...uitleggen wat een functiewoord is;

...het functiewoord van een alinea benoemen.

Slide 1 - Slide

Terugblik
Tekstverbanden geven een verband aan.

Dit kan een verband zijn tussen zinnen of tussen alinea's.

Deze verbanden herken je aan signaalwoorden.



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Signaalwoorden in een tekst
Wanneer je googelt op 'zelftest corona', kom je direct meerdere online aanbieders tegen die beloven dat ze je kunnen vertellen of je al besmet bent geweest met het COVID-19-virus. Instanties waarschuwen echter voor dit soort tests: ze zouden ertoe kunnen leiden dat mensen ten onrechte denken dat ze immuun zijn voor het virus en de maatregelen ertegen minder goed naleven.
De GGD gebruikt een zogenoemde PCR-test wanneer bijvoorbeeld een zorgmedewerker of iemand uit een risicogroep besmet is. Deze test is alleen zinvol op het moment dat iemand mogelijk besmet en kan je niet vertellen of je in het verleden COVID-19 hebt gehad.
Daarnaast maakt bijvoorbeeld bloedbank Sanquin gebruik van een serologische test om te kijken hoe wijdverspreid het coronavirus in Nederland is. Veel van de online aangeboden zelftests zijn ook serologische tests.                                                                           Bron: nu.nl - 6 mei 2020

Slide 4 - Slide

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 5 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
hoewel
D
denk aan

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 8 - Quiz

Functiewoorden

Een alinea heeft een bepaalde 'taak', oftewel functie binnen een tekst. Deze 'taak' omschrijf je met:  Functiewoorden

Kijk de uitlegvideo

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Functiewoorden

Functiewoorden geven aan welke functie of bedoeling / taak een of meerdere alinea's hebben in de tekst.

Slide 11 - Slide

Wat doen functiewoorden?
A
Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
B
Die geven aan wat de betekenis van de alinea.
C
Die geven aan wat de schrijver bedoeld.
D
Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.

Slide 12 - Quiz

Welk functiewoord is van toepassing op deze alinea.
A
argument
B
tegenwerping
C
nuancering
D
vraagstelling

Slide 13 - Quiz

Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
B
functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
C
er is geen verschil
D
er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden

Slide 14 - Quiz

Functiewoord alinea 2:

constatering, probleemstelling of uitwerking?
[1] Politierechercheurs hebben vrijdag ruim 12,5 miljoen euro aan contant geld aangetroffen in een verborgen ruimte van een huis in Eindhoven, meldt de Landelijke Eenheid van de politie woensdag. Nog nooit vond de politie zo'n hoog geldbedrag op één locatie. De 35-jarige bewoner is aangehouden op verdenking van witwassen.

[2] Het bedrag was allemaal in papiergeld, dat verdeeld was over grote boodschappentassen. De biljetten wogen bij elkaar maar liefst 255 kilo, aldus de politie. Ook vond het rechercheteam onder meer twee vuurwapens met munitie, een geldtelmachine en een pgp-telefoon, een toesteltype dat populair is bij criminelen, omdat je er versleutelde berichten mee kunt versturen.

Slide 15 - Slide

Opdracht
Welk functiewoord hoort er bij de tekst?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is het bijbehorende functiewoord?
A
Anekdote
B
Aanleiding
C
Constatering
D
Verklaring

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Wat is het bijbehorende functiewoord?
A
Anekdote
B
Aanleiding
C
Constatering
D
Verklaring

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Wat is het bijbehorende functiewoord?
A
Anekdote
B
Aanleiding
C
Constatering
D
Verklaring

Slide 22 - Quiz