This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H6: Licht
Slide 1 - Slide
Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Oefenopgaven voor H5.
Licht en lichtbronnen.
Schaduwval.
Zelfstandig werken.
Slide 2 - Slide
Doelen voor vandaag
6.1.1 Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
6.1.2 Je kunt schematisch lichtstralen tekenen.
6.1.3 Je kunt uitleggen hoe je voorwerpen om je heen kunt zien die zelf geen licht geven.
6.1.4 Je kunt de schaduw van een voorwerp tekenen.
6.1.5 Je kunt uitleggen welke schaduwbeelden ontstaan als een voorwerp verlicht wordt door één lamp of door twee lampen.
Slide 3 - Slide
Lichtbronnen
Een lichtbron is een voorwerp dat licht geeft.
Natuurlijke lichtbronnen Kunstmatige lichtbronnen
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Een voorbeeld van een natuurlijke lichtbron is
A
Zaklamp
B
Maan
C
Vuurvliegje
D
Kaars
Slide 7 - Quiz
Wat is geen kunstmatige lichtbron
A
Een zaklamp
B
De sterren
C
een kampvuur
D
Een infrarood lamp
Slide 8 - Quiz
Welke is een natuurlijke lichtbron?
A
Gloeilamp
B
Computerscherm
C
Zon
D
Maan
Slide 9 - Quiz
Wat is geen kunstmatige lichtbron?
A
Bliksem
B
Kaars
C
Spaarlamp
D
Zaklamp
Slide 10 - Quiz
wie zijn natuurlijke lichtbronnen?
A
zon
B
maan
C
flits (onweer)
D
straatlantaarn
Slide 11 - Quiz
Lichtstralen
De zon straat lichtstralen uit. Die kunnen we tekenen, dit is handig als we bijvoorbeeld willen tekenen waar je schaduw kan zien.
Als die lichtstralen in je oog vallen dan zie je
dus de zon!
Slide 12 - Slide
Voorwerpen zien
Hoe kan het dan dat wij elkaar kunnen zien, als we zelf geen licht geven?
Slide 13 - Slide
Voorwerpen zien
Voorwerpen kunnen licht weerkaatsen. Als er zonlicht op een boom valt, dan weerkaatst de boom licht in alle kanten. Dit noemen we: diffuse terugkaatsing.
Als dat teruggekaatste licht in je oog valt,
dan kan je de boom zien.
Slide 14 - Slide
Direct of indirect?
Als een voorwerp zelf licht geeft dan noemen we dit een directe lichtbron, weerkaatst deze alleen licht? Dan is het een indirecte lichtbron.
Slide 15 - Slide
Wat is schaduw
De meeste voorwerpen weerkaatsen licht, dat betekent dat ze geen (of weinig) licht doorlaten. Als een voorwerp geen licht door laat, bijvoorbeeld een mens, dan krijg je een schaduw!
Slide 16 - Slide
Schaduw tekenen
Als we een schaduw van een voorwerp willen tekenen dan hebben we 2 stralen nodig: de randstralen.
Vervolgens kleur je de schaduwplek in met een potlood.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Kern- en halfschaduw
Als je 2 lampen hebt dan teken je dus 4 randstralen: 2 per lamp!
Dat betekend ook dat je 2 soorten
schaduw krijgt: kernschaduw en
halfschaduw. Kernschaduw is de
schaduw die je van 2 lampen hebt.
Halfschaduw is minder donker en dit
is de schaduw van 1 lamp.
Slide 19 - Slide
Direct, indirect en diffuus licht
TL:
Lees blz. 70 t/m 72
Slide 20 - Slide
Direct, indirect en diffuus licht
Diffuus licht verstrooiing: stralen die vanuit de bron verdeeld worden in de weg richting jouw ogen
Diffuus licht wordt verdeeld door bijvoorbeeld een lampenkap, het wordt gedeeltelijk
geabsorbeerd
TL:
Lees blz. 70 t/m 72
Slide 21 - Slide
Reflectie en verstrooiing
TL:
Lees blz. 70 t/m 72
Slide 22 - Slide
Reflectie en verstrooiing
Direct Indirect Diffuus
TL:
Lees blz. 70 t/m 72
Slide 23 - Slide
Aan de slag
KGT
Wat? Lees blz. 70 t/m 72 en maak opgave 1 t/m 15
Hoe? Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op.
Tijd? 15 minuten.
Klaar? Nakijken!
Havo
Wat? 6.2 en maak:
1 tot en met 12
Hoe? Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op.
Tijd? 15 minuten.
Klaar? Nakijken!
timer
5:00
Slide 24 - Slide
Aan de slag
KGT
Wat? Lees blz. 70 t/m 72 en maak opgave 1 t/m 15
Hoe? Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op.