Lezen P1 les 1, Spelling P1 en P2

Welkom
Pak je boek en je schrift alvast en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands havo 4
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Pak je boek en je schrift alvast en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands havo 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Leesvaardigheid
  • ik kan onderwerp, hoofdgedachte en schrijfdoel herkennen.
  • ik kan werkwoorden correct spellen.
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesopzet
  • Leerdoelen Spelling
  • Voorlezen
  • Doornemen theorie
  • H1 Basis: p.1 maken opdr. 1 en 2 
  • Doornemen theorie
  • H8 Spelling P1 en P2 oefenen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen Spelling

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

P1
  • Onderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Schrijfdoel

Wat wordt hiermee bedoeld?
Kan je voorbeelden noemen?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

P1
  • Onderwerp: in een paar woorden waarover de tekst gaat
  • Hoofdgedachte: in een volledige zin wat erover het onderwerp gezegd wordt
  • Schrijfdoel: wat de schrijver met de tekst wil bereiken: 
                > amuseren
                > informeren
                > opiniëren
                > overtuigen
                > activeren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  • Start met H1 Basis opdracht 1 en opdracht 2
  • Bekijk eventueel de uitlegfilmpjes in de volgende dia's
  • We gaan het zo bespreken

timer
10:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

H8 Spelling: P1 en P2
Welke spellingregels kennen we?

Waarom is het 'Mijn moeder deletete de game?'

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Engelse werkwoorden
Uit het Engels overgenomen werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden! Je gebruikt dus dezelfde regels. 

Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm: 
  • paintball, delete, race   - uitspraak 
  • scoor, promoot               - o-klank 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

werkwoordsvorm: persoonsvorm
De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp en kan in zowel de tegenwoordige tijd als de verleden tijd staan. 

Je vindt de persoonsvorm door: 
  • De tijdproef uit te voeren (verander de tijd)
Het werkwoord dat je moet aanpassen om de zinnen correct te maken, is de persoonsvorm. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed?
Hij delete mijn document / Hij deletet mijn document. 

Loopt jij mee? / Loop jij mee?

Ik baseball wel eens met mijn vrienden/ Ik basebal wel eens met mijn vrienden. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij 

jij/hij/zij/het

meervoud 

ik-vorm

ik-vorm + t

'infinitief' 
fiets      word 

fietst    wordt 

fietsen  worden

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm VT
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 't ex- kofschip.

Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex- kofschip?
wel  >   ik-vorm + te(n)
niet >   ik-vorm + de(n) 

Sterke werkwoorden:  klankverandering

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Werkwoordsvorm: voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is het werkwoord dat aangeeft dat iets is afgelopen. 

Je herkent het voltooid deelwoord aan: 
  • Omdat je de PV al uit de zin hebt gehaald, weet je dat de andere vervoegde werkwoorden voltooid deelwoorden zijn
  • Zin bevat een vorm van hebben, zijn of worden
  • Er staat ge- be- of ver- voor 
  • Het werkwoord geeft aan dat het is afgelopen 


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Voltooid deelwoord 
Twee soorten werkwoorden: 
  1. Klankveranderende werkwoorden
  2. Voltooid deelwoord op -t of -d

Om te bepalen of er een -t of -d achter het werkwoord staat, gebruik je 't Kofschip. Je kan ook kijken naar de verleden tijd van het werkwoord. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is goed?
Hij heeft mijn document gedelete / Hij heeft mijn document gedeletet. 

Heb jij mee gelopen? /Heb jij mee geloopt?

Ik heb wel eens gebaseballd met mijn vrienden /Ik heb wel eens gebaseballt met mijn vrienden. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Werkwoordsvorm: infinitief
Een infinitief is een werkwoordsvorm waarin het werkwoord zich niet heeft aangepast aan het getal of de tijd van de zin. Het hele werkwoord is het infinitief. 

Je herkent een infinitief aan: 
  • het is GEEN PV
  • het hele werkwoord 
  • er staat 'te' of 'aan het' voor

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Het onvoltooid deelwoord
Het hele werkwoord + d

huilend
lachend
gillend

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

bijvoeglijk naamwoord
  • Een werkwoord kan ook worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.
  • Deze werkwoorden schrijf je dan.....
  • ZO EENVOUDIG MOGELIJK

Slide 22 - Slide

zo eenvoudig mogelijk
Wat is goed?


Ik heb de vergrote foto aan de muur gehangen / Ik heb de vergrootte foto aan de muur gehangen. 


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  • Start met H8 Spelling, P1 en P2
  • Kies minimaal 2 opdrachten per paragraaf (Dus P1: 2 opdrachten en P2: 2 opdrachten).
  • Kijk goed naar jouw geformuleerde leerdoelen.
  • Bekijk eventueel het uitlegfilmpje in de volgende dia

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Huiswerk
  • H1 Basis: P1 maken opdr. 1 en 2
  • H8 Spelling: P1 en P2 minimaal 3 opdrachten
  • 10 september leesautobiografie inleveren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions