2V Grammatica Zinsdelen H6: Zinsdeelzinnen herkennen en benoemen

Welkom 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Uitleg Grammatica zinsdelen : Zinsdeelzinnen herkennen en benoemen
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Doelen doornemen
- Ik kan onderscheid maken tussen zinsdelen en 
   zinsdeelzinnen.
- Ik kan zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

Slide 4 - Slide

Zinsdeelzinnen 
Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin, is de bijzin onderdeel (een zinsdeel) van de hoofdzin.
De meest voorkomende zinsdeelzinnen zijn:
- onderwerpszin (ow-zin)
- lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
- meewerkendvoorwerpszin (mv-zin)
- bijwoordelijkebepalingszin (bwb-zin)

Slide 5 - Slide

 Zinsdeelzinnen 
Een zinsdeel (ow, lv, mv, bwb) is een zinsdeelzin (ow-zin, lv-zin, mv-zin, bwb-zin) als er een persoonsvorm in staat.

- De bezoekers van de film krijgen gratis cola. (ow)
- Wie de film bezoekt krijgt gratis cola. (ow-zin)

Slide 6 - Slide

 Zinsdeelzinnen (blz. 178)
Geef op de volgende dia's aan of de woorden tussen haakjes een zinsdeel zijn of een zinsdeelzin (bijzin).

Slide 7 - Slide

(De lolly's uit de snoeppot) waren binnen de kortste keren op.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 8 - Quiz

De supporters deden een dansje (toen hun club de competitie gewonnen had).
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 9 - Quiz

(Het dochtertje van onze buren) is een ontzettend lief kind.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 10 - Quiz

Het schoolgebouw stroomt leeg (zodra de laatste bel gegaan is).
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 11 - Quiz

(De jongen die daar op de hoek woont) blijkt een heel goede skateboarder.
A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 12 - Quiz

Ik kan onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Zinsdeelzinnen (blz. 178)
Zo vind je welk zinsdeel de bijzin is:
- Bepaal wat de hoofdzin is en wat de bijzin.
- Zet de bijzin tussen ronde haken.
- Vervang de bijzin eventueel door één woord(groep).
- Ontleed de hoofdzin.
- De bijzin is hetzelfde zinsdeel als de/het ingevulde 
   woord(groep).

Slide 14 - Slide

 Zinsdeelzinnen (blz. 178)
Als we vroeg klaar zijn, kunnen we nog koekjes bakken.
{(Als we vroeg klaar zijn,) kunnen we nog koekjes bakken.}
{Dan kunnen we nog koekjes bakken.}
- pv:    kunnen
- ow:   we
- wg:   kunnen bakken
- lv:      koekjes
- bwb: dan, nog     >>     Als we vroeg klaar zijn = bwb-zin

Slide 15 - Slide

H6: Zinsdeelzinnen (blz. 178)
Geef op de volgende dia's aan wat voor zinsdeel de bijzin tussen haakjes is.

Slide 16 - Slide

Axel vertelde (dat hij een nachtmerrie had gehad).
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 17 - Quiz

Meneer Klaassen stuurde een kaart (aan de buurvrouw die al twee weken ziek was).
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 18 - Quiz

Marlies heeft een oppasbaantje (omdat ze graag extra geld wil verdienen).
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 19 - Quiz

(De jongen die spiekte tijdens de toets) kreeg een 1 op zijn rapport.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 20 - Quiz

(Terwijl Suus en Romy buiten wachtten) kocht Sander frikandelbroodjes bij de bakker.
A
ow-zin
B
lv-zin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 21 - Quiz

Ik kan zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Aan de slag!
Dinsdag 6 december:
MNV Grammatica zinsdelen H6, blz. 178-179
opdr. 1 t/m 4

Dinsdag 20 december:
Repetitie Grammatica zinsdelen H2, H3, H5 en H6

Slide 23 - Slide