HAVO4:PolitiekeInstituties

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 2: Politieke bindingen

laatste toetsweek (17 juni): toets binding h1 en h2

Vandaag:

actualiteit

uitleg met filmpjes en vragen

zelf lezen/werken

Europese verkiezingen in juni

Wanneer precies?

Welke onderwerpen?

2.1 politieke instituties (blz 32)

Spelregels van een samenleving die het gedrag van mensen, hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening regelen

voorbeelden van politieke instituties:

-de rechtsstaat 

-de Grondwet 

-de rechterlijke macht

-dat je mag stemmen op politieke partijen

- de regering

-de gemeenteraad

-een ministerie

Wat zijn politieke instituties?

1. Sociale clubs die politieke discussies voeren.
2. Formele en informele organisaties die macht uitoefenen.
3. Sportverenigingen die politieke besluiten nemen.
4. Bedrijven die politieke invloed uitoefenen.

Wat is een politieke institutie?

1. Het huwelijk
2. bidden voor het eten
3. Prinsjesdag
4. Oud-en nieuw

Staten

Een staat heeft een aantal kenmerken:

1. Een staat heeft een groep mensen;
2. Een staat heeft een eigen grondgebied;
3. Een staat heeft een geweldsmonopolie en belastingmonopolie.

Staatsvorming in theorie

Duidelijker:

Een Staat heeft:

-Bevolking
-Grondgebied
-Gewelds- en belastingmonopolie

Maar om echt te spreken van een staat moet dit ook geaccepteerd worden door de bevolking en andere staten.

De rechtsstaat

Er is vastgelegd dat de overheid zich alleen maar zo mag gedragen als de wet voorschrijft

voorbeeld: een vriend ontwerpt een nieuw soort designerdrug, deze staan nog niet in de wet beschreven als illegaal, dan mag je vriend hier dus niet voor opgepakt worden

In een rechtsstaat:

1. hebben burgers rechten en plichten en de overheid niet.
2. hebben burgers en overheid allebei rechten en plichten.
3. hebben burgers rechten en de overheid plichten.
4. hebben burgers plichten en de overheid rechten.

Politieke partijen:

vormen een intermediair tussen de overheid en de burger

Je kunt bij ze terecht met vragen, opmerkingen, eisen en wensen en zij gaan hiermee aan de slag.

Functies van politieke partijen:

1.rekruterings- en selectiefunctie

2.articulatiefunctie

3.mobilisatiefunctie

4.aggregatiefunctie (integratiefunctie)

5.communicatiefunctie

lees blz 32 t/m 33 uit je boek (binding)

Maak opgaves 1 t/m 10 op blz 45/46

klaar? beantwoord dan de volgende vragen:

-Wat is een formele institutie?

-Wat zijn media frames?

-wat is soevereiniteit?

functies politieke partijen

Functies 

politieke partijen

* rekrutering en selectie

* articulatie

* participatie

* aggregatie

* communicatie

Functies politieke partijen

• rekrutering en selectie (het rekruteren en voordragen van kandidaten voor politieke functies). 
  
• articulatie (het op de politieke agenda plaatsen van maatschappelijke eisen en wensen);

Functies politieke partijen

• Mobilisatie (het interesseren van staatsburgers voor deelname aan politieke besluitvormingsprocessen);
  
•  aggregatie (het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en belangen);

(Media)Framing

(Media)Framing is de manier waarop een onderwerp wordt gebracht, ingekleed en uitgelegd.

 

Mediaframes

> Onderwerpen worden in de media op een bepaalde manier gepresenteerd en geïnterpreteerd.

> Media gebruikt frames door onderwerpen op bepaalde manier aan te vliegen en te bepalen hoe wij ergens naar kijken

> Mening wordt bijgesteld door mediaframe

Welke rol speelt framing bij de
actuele wooncrisis?

Framing: Wooncrisis

1. Denken - delen - uitwisselen

2. Bespreken antwoorden met nadruk op:
- Welke belangrijke begrippen komen naar voren in deze vraag? & Hoe beantwoord je deze vraag op een toets?

Benoemen van enkele belangrijke elementen:
- Herhalen van de vraag 

- Uitleggen belangrijke begrippen
- Antwoord verder uitleggen met behulp van de begrippen
- Conclusie trekken

Mediatisering 

Groeiende invloed van de media op de samenleving: 

In politieke sfeer --> Politici spreken over onderwerpen uit de media

In publieke sfeer--> op het schoolplein praat je over wat je zag op tv/internet

In educatieve sfeer--> docenten benadelen nieuwsonderwerpen in hun les

In privé sfeer--> thuis heb je het over Donald Trump omdat je een grappig filmpje van hem tegenkwam

Keuze: werk aan oefentoets vragen of huiswerk:

lees blz 32 t/m 35 uit je boek 

en maak opgaven 1 t/m 17 op blz 45 t/m 48 

eerder klaar?

oefen dan de hoofd/kernconcepten op blz 64 of maak ander huiswerk

mobieltje = inleveren en kwijt tot 1600 uur