Les 2 Geslachtsorganen

Doel
Je kunt geslachtskenmerken juist indelen onder primaire en secundaire geslachtskenmerken

paragraaf 5.1 (al gelezen)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Doel
Je kunt geslachtskenmerken juist indelen onder primaire en secundaire geslachtskenmerken

paragraaf 5.1 (al gelezen)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

geslachtskenmerken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Penis en balzak
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Doel
Je kent de werking van de verschillende onderdelen van het mannelijk geslachtsapparaat (vorm-functie denken)
  • Bescherming
  • Zaadcelontwikkeling
  • Erectie
  • Zaadvocht en Zaadlozing

bronnen: theorie 5.2, BINAS 86A

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

teelbal
bijbal
balzak
zaadleider
zaadblaasjes
prostaatklier
klier van Cowper
zaadbuis
zwellichamen
penis

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Voorhuid
 Voorhuid = dient als bescherming van de zeer gevoelige eikel.

 De voorhuid kan naar achteren worden geschoven, dan komt de eikel bloot te liggen.

Bij een besneden penis is de voorhuid verwijderd

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf de samenstelling en rol van smegma (5.2.1)

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

spermatogenese = zaadcelontwikkeling
5.2.2

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2n (diploid) of n (haploid)?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Spermatogenese
Oögenese
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 hoofdstuk 46

Slide 11 - Slide

Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 hoofdstuk 46
Is een cel, die meiose heeft ondergaan diploid of haploid? En een cel die mitose heeft ondergaan?
A
Na mitose -> haploide cellen Na meiose -> haploide cellen
B
Na mitose -> diploide cellen Na meiose -> diploide cellen
C
Na mitose -> diploide cellen Na meiose -> haploide cellen
D
Na mitose -> haploide cellen Na meiose -> diploide cellen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Penis?
Waarom hebben (de meeste) vissen geen penis

En zoogdieren wel?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Erectie
(een stijve)
5.2.1

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

5.2.3 en 5.2.4

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Sperma
sperma = zaadcellen én zaadvocht

  1.  zaadcellen worden gemaakt in de testis (bal)
  2. zaadcellen worden opgeslagen in de epididymis (bijbal)
  3. zaadcellen worden door de zaadleider vervoerd naar de prostaat en zaadblaasjes 
  4. prostaat en zaadblaasjes voegen vocht toe met voedingsstoffen (fructose), activerende stoffen, licht basische pH

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zaadleiders
Zaadblaasjes
Prostaat
Sperma
Urinebuis

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Manieren om een zaadlozing te krijgen
A
door geslachtsgemeenschap
B
door zelfbevrediging (masturbatie)
C
door een 'natte droom' (een zaadlozing die vanzelf komt)
D
Alle 3 (A, B en C)

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

HUISWERK
maak oefenvragen 1tm4 bij 5.3.5

geslachtsapparaat vrouw wordt gecombineerd met menstruatiecyclus en zwangerschap

Slide 20 - Slide

This item has no instructions