Les 30 - opbouw betoog

Welkom!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Je had kunnen denken aan...
  • Standpunt
  • Feitelijk argument
  • Waarderend argument
  • Cirkelredenering
  • Te snelle conclusie 

Slide 2 - Slide

Doel

Je wilt iemand overtuigen door middel van een betoog

Slide 3 - Slide

Stappen
1. Bepaal je standpunt
2. Bedenk argumenten
3. Verdiep je in tegenargumenten
4. Kies je argumenten
5/6. Maak een schrijfplan
7. Schrijf je tekst

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Volgorde
  • inleiding en conclusie
- hoofdgedachte centraal

  • inleiding: aandacht trekken
- persoonlijk maken, anekdote, grapje


  • logische volgorde tussen argumenten

Slide 6 - Slide

Wat is een hoofdgedachte?

Slide 7 - Open question

Hoofdgedachte
  • hoofdgedachte = één zin (wat zegt de schrijver over het onderwerp?)


  •  In betoog: hoofdgedachte = jouw standpunt

Slide 8 - Slide

Wat heb je onthouden?

Slide 9 - Slide

Wat is een betoog?

Slide 10 - Open question

Wat zijn andere woorden voor 'standpunt?'
A
stelling
B
mening
C
argument
D
reden

Slide 11 - Quiz

Waarom gebruik je een argument?

Slide 12 - Open question

Aan welk signaalwoord herken je een argument?
A
dus
B
daarom
C
en
D
want

Slide 13 - Quiz

Wat zet je in de inleiding van betoog?

Slide 14 - Open question

Wat zet je in het middenstuk van een betoog?

Slide 15 - Open question

Wat zet je in het slot van een betoog?

Slide 16 - Open question

Wat vind je nog lastig?

Slide 17 - Mind map

Bedankt!

Slide 18 - Slide