7AVT Communicatie

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Algemene techniekSecundair onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

"Als ik iets vraag aan jou dan negeer je mij precies altijd, gisteren deed je dit weer. Hoe komt dit?" Dit is een voorbeeld van...
A
non-verbale ondersteunt het verbalde
B
meta-communicatie
C
non-verbale communicatie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Joy zegt lachend tegen zijn ouders: "Ik heb er echt spijt van, volgende keer zal ik op tijd komen"
Inhoudsniveau
Betrekkingsniveau
Joy zegt dit op een lachende manier
"Ik heb er echt spijt van, volgende keer zal ik op tijd komen"

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Kan je een eigen voorbeelden bedenken waar bij jouw (of andermans gedrag) oorzaak EN gevolg is?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wat heeft te maken met symmetrische communicatie?
A
Sneller ruzie
B
Twee volgers in een team
C
Jo en Sabine hebben ruzie omdat ze beiden het kamp willen regelen
D
Alle voorgaande

Slide 26 - Quiz

Wat heeft te maken met complementaire communicatie?
A
Jo en Sabine willen beiden het uurrooster maken
B
Er is geen goede rolverdeling
C
Jo werkt de activiteiten van het kamp uit en Sabine beheert de budgetten van de activiteiten
D
Alle voorgaande

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

EXTERNE RUIS
INTERNE RUIS
Een leerkracht geeft les in een heel kort rokje, Pieter kan zijn aandacht niet bij de les houden.
Adah heeft gevraagd om een aparte bureau te krijgen, ze wordt steeds afgeleid door haar collega die veel moet bellen en luid babbelt
Een onzekere leerling onthoudt eerder de negatieve dan de positieve feedback
Het lukt Liene niet om op te letten, ze heeft migraine 

Slide 30 - Drag question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Dokter: "U heeft een golfarm"
Patiënt: "Ik speel geen golf!"
A
Stoornis bij het coderen
B
Stoornis bij het decoderen

Slide 34 - Quiz

Je vraagt aan een Indiër: "Alles goed?". Hij knikt nee. Je vraagt: "Oei wat is er?".
Hij zegt: "Niets, hoezo?"
A
Stoornis bij het coderen
B
Stoornis bij het decoderen

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide