Aandoening van de bloedvaten in de hersenen

Aandoening van de bloedvaten in de hersenen
Binnen is beginnen: Jas uit? Telefoon in de zak?
Lees de theorie BEROERTE en beantwoord daarna de 2 vragen. 

12.53 uur 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aandoening van de bloedvaten in de hersenen
Binnen is beginnen: Jas uit? Telefoon in de zak?
Lees de theorie BEROERTE en beantwoord daarna de 2 vragen. 

12.53 uur 

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
Instructie
Maken opdracht: Aandoeningen van de bloedvaten in de hersenen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de begrippen CVA, TIA en Afasie uitleggen.
Je kunt een tip geven per aandoening voor een naaste en voor een zorgverlener.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

CVA (herseninfarct/ hersenbloeding)
Bij een herseninfarct wordt de slagader in de hersenen afgesloten door een bloedpropje.
Delen van hersenen geen zuurstof, sterven af. 
Hersenbloeding: druk door de afsluiting zo groot wordt, dat een ader scheurt in de hersenen

Slide 5 - Slide

TIA
Bloedvaten in de hersenen tijdelijk afgesloten door een propje, waardoor ze even geen zuurstof krijgen.
Symptomen verdwijnen binnen een dag, meestal binnen een half uur.

Slide 6 - Slide

Afasie
Betekent dat iemand moeite heeft met taal en spreken
 (a=niet, fasie=spreken). 
Is een gevolg van een CVA 

Slide 7 - Slide

Wat zijn de kenmerken van een beroerte(CVA)?



Scheve mond.
Verlamde armen en/of benen.
Onduidelijke spraak

Slide 8 - Slide

Wat moet je doen?
Wat moet je doen als je vermoedt dat iemand een beroerte heeft?

  • Fast test (face, arm, speech, time) 
  •  mond-spraak-arm beroerte alarm
112 bellen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat ga je doen?
Maak zelfstandig een presentatie over CVA, TIA en afasie.
Lees de criteria in de opdracht goed door! 




Slide 12 - Slide

Leerdoelen check
Schrijf op een post-it één leerdoel die jij hebt behaald en geef deze aan de docent.
Kies 1 leerdoel:
  1.  Je kunt het begrip CVA uitleggen.
  2. Je kunt het begrip TIA uitleggen.
  3. Je kunt het begrip Afasie uitleggen.
  4. Je kunt een tip geven voor 1 aandoening voor een naaste.
  5.  Je kunt een tip geven voor 1 aandoening voor een zorgverlener.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide