Internationalisering - Les 3

Internationalisering 
Les 3
Aan het eind van deze lesweet je meer over: 
  • Discriminatie
  • De rol van de media
  • Referentiekader
1 / 13
next
Slide 1: Slide
InternationaliseringMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Internationalisering 
Les 3
Aan het eind van deze lesweet je meer over: 
  • Discriminatie
  • De rol van de media
  • Referentiekader

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

3. Zijn verschillen een probleem?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De invloed van de media
Welke invloed heeft de media op ons?
  • Vooroordelen
  • Stereotypen

Hoe ontstaan deze vooroordelen en stereotypen?

Slide 3 - Slide

Ze kunnen ervoor zorgen dat er een negatief beeld ontstaat van sommige groepen.
Vooroordelen
Als je iets zegt over iets of iemand zonder dat je de feiten goed kent. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stereotype
Een beschrijving waarbij je een hele groep mensen één bepaald kenmerk geeft.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaan vooroordelen en stereotypen in de media?



  • Comedyseries
  • Films
  • Tijdschriften
  • Actualiteitenprogramma's
  • Rolpatronen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Discriminatie strafbaar 
Artikel 1 
Grondwet 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van discriminatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Soms is er sprake van discriminatie op de werkvloer. Het gaat dan bijvoorbeeld om discriminatie naar:
- Geslacht: Voornamelijk vrouwen worden gediscrimineerd. Vrouwen die kinderen krijgen zijn minder “populair”. Ze zijn vaker afwezig en hebben recht op zwangerschapsverlof waardoor de werkgever ook nog een vervanger moet betalen.

- Afkomst: Werkgevers hebben vooroordelen over allochtonen. Bv. “ze zullen wel lui zijn”. Mensen met een buitenlandse achternaam worden minder vaak uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

- Leeftijd: Mensen die 50 + zijn worden minder snel aangenomen omdat ze “te duur” zijn.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Referentiekader
Hoe je kijkt en oordeelt wordt bepaald door je referentiekader

Je eigen cultuur, je kennis en je ervaringen zijn het uitgangspunt waarmee je naar de wereld kijkt.

= bril waardoor je kijkt
Waarneming is selectief



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Referentiekader

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is een referentiekader
A
Hoe iemand naar mij kijkt
B
Normen en waarden
C
Oordeel
D
Het geheel van waarden, normen en uitgangspunten op basis waarvan je naar de wereld kijkt.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk 
Lezen:
blz. 15 t/m 21

Maken:
Opdracht 8 t/m 13


Slide 13 - Slide

This item has no instructions