Nova Par. 2.2 Meer dan 1 kracht (ma H33)

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bespreken huiswerk par 2.1 (PowerPoint)

Slide 2 - Slide

Testen voorkennis

Slide 3 - Slide

Wat voor soort beweging voert de scooter uit?
A
eenparig
B
versneld
C
vertraagd
D
dat kun je niet weten

Slide 4 - Quiz

Reken om:
50 kg = .......... g
A
0,050
B
0,50
C
5000
D
50 000

Slide 5 - Quiz

Vul in:
Je .......... (1) is overal hetzelfde.
Je ..........(2) hangt af van de sterkte van de zwaartekracht.
A
1 = gewicht 2 = gewicht
B
1 = gewicht 2 = massa
C
1 = massa 2 = gewicht
D
1 = massa 2 = massa

Slide 6 - Quiz

Reken om:
367 mg = .......... kg
A
0,000367
B
0,367
C
367 000
D
367 000 000

Slide 7 - Quiz

Valentina weegt 60 kg.

Wat is ongeveer haar gewicht op aarde? En op de maan?
A
op aarde: 6 N op de maan: 1 N
B
op aarde: 1 N op de maan: 6 N
C
op aarde: 600 N op de maan: 100 N
D
op aarde: 100 N op de maan: 600 N

Slide 8 - Quiz

Testen kennis/toepassen par. 2.1

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide


Kan je werken met een krachtenschaal?
A
Ja.
B
Nee, ik wil graag wat uitleg over "rekenen" met een krachtenschaal.

Slide 13 - Quiz

Wat is hier de krachtenschaal?
A
1 cm ≙ 5 Newton
B
1 cm ≙ 10 Newton
C
1 cm ≙ 25 Newton
D
1 cm ≙ 100 Newton

Slide 14 - Quiz

Krachtenschaal: 1 cm ≙ 30 N.
De krachtenpijl is 4 cm.
Hoe groot is de kracht?
A
7,5 N
B
12 N
C
75 N
D
120 N

Slide 15 - Quiz

De krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N
Hoe lang teken je de pijl, die een kracht van 250 N weergeeft?
A
0,2 cm
B
5 cm
C
20 cm
D
50 cm

Slide 16 - Quiz

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.

Welke krachtenschaal is het handigst?
A
1 cm ≙ 0,1 N
B
1 cm ≙ 1 N
C
1 cm ≙ 10 N
D
1 cm ≙ 100 N

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Par. 2.2 Meer dan 1 kracht

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welke soort krachten ken je?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Een chocoladereep weegt 150 gram. Bereken de zwaartekracht. Gebruik 𝑔=9,8 𝑘𝑔/𝑁
Geef je berekening in 5 stappen ( gegeven; gevraagd; formule; berekening; antwoord)

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

De normaalkracht is ...................................... de zwaartekracht.
A
kleiner dan
B
even groot als
C
groter dan
D
dit kun je niet weten

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide


Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Soorten bewegingen

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide