les 9: schrijven zakelijke brief (1/2)

0mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- IE onderdeel spreken - afronding
-IE onderdeel schrijven - les 1: zakelijke brief
- de oefenopdracht en huiswerk

Je hebt voor deze les boek B nodig. Pak die erbij! 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

0mbi voorbereiding IE 
-welkom
- over de examens
- IE onderdeel spreken - afronding
-IE onderdeel schrijven - les 1: zakelijke brief
- de oefenopdracht en huiswerk

Je hebt voor deze les boek B nodig. Pak die erbij! 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Het instellingsexamen
1 dagdeel  naar school voor:
Spreken
Gesprekken voeren

1 dagdeel naar school voor:
Schrijven 
(data volgen zodra ik die weet)
Twee examinatoren (externen) beoordelen je prestaties. 

Slide 3 - Slide

IE onderdeel 1: spreken 
Tijdens het examen:

Houd je een presentatie voor de gehele groep + 2 beoordelaars
Presentatie duurt minimaal 5 en maximaal 7 minuten
Presentatie is beschouwend
Je geeft argumenten voor, argumenten tegen en je eigen mening m.b.t. een stelling.

Slide 4 - Slide

Ik heb gepresenteerd en presentaties beoordeeld

A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Hoe tevreden ben je over je oefencijfer?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

welke drie tips voor jezelf en je klasgenoten neem je mee naar het examen?

Slide 7 - Open question

LET OP! 
Spreken is nu klaar! gaan we niets meer klassikaal aan doen! 
Moet je nog presenteren of beoordelen dan krijg je een uitnodiging voor een middag NA schooltijd. 

Heb je niet gepresenteerd en/of beoordeeld dan kun jij niet op examen. Ik haal je van de lijst. Volgend jaar mag je opnieuw terugkomen. 

Slide 8 - Slide

Derde onderdeel IE : schrijven
Het examenonderdeel schrijven bestaat uit:
- schrijf een zakelijke brief
- schrijf een betoog

120 minuten de tijd. 
dyslecten met pasje 150. 
Je werkt op je eigen laptop - Word met spellingcheck.

Slide 9 - Slide

Onderdeel 1: zakelijke brief 
bestudeer de theorie in boek B op blz. 127
Bekijk het voorbeeld van een goede brief op blz. 128
Geef vervolgens antwoord op de volgende vragen.

Slide 10 - Slide

Bovenaan de brief staan de gegevens van de ontvanger
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Plaatsnamen schrijf je in hoofdletters (Capslock)
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

De datum in de brief
A
mag je afkorten
B
schrijf je alleen met cijfers
C
schrijf je voluit in letters
D
schrijf je als combinatie van cijfers en letters

Slide 13 - Quiz

Na betreft: volgt
A
een kleine letter
B
een hoofdletter
C
een cijfer

Slide 14 - Quiz

Als ik niet zeker weet wie mijn brief gaat lezen, kies ik als aanhef:
A
Hoi,
B
Beste,
C
Geachte mevrouw/meneer,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 15 - Quiz

In de inleiding van mijn brief:
A
val ik met de deur in huis
B
stel ik mezelf voor
C
geef ik de aanleiding van het schrijven

Slide 16 - Quiz

Ieder nieuwe deelonderwerp in de kern begint met een nieuwe alinea
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

In het slot:
A
geef ik aan wat de lezer van mij kan verwachten
B
geef ik aan wat ik van de lezer verwacht
C
allebei

Slide 18 - Quiz

Als ik geen bijlagen heb
A
schrijf ik die onderaan ook niet op
B
noteer ik onderaan bijlagen: geen.

Slide 19 - Quiz

Hoe goed heb je opgelet? 
Sleep de onderdelen van de brief in de goede volgorde van boven naar beneden. 
aanhef
afzender
geadresseerde
bijlagen
plaats, datum
betreft: 
inleiding
afsluiting
middenstuk
ondertekening
slot

Slide 20 - Drag question

Mooi! Je kunt aan de slag! 

Lees de examenopdracht op blz. 130
Bedenk goed:
Wie schrijft de brief? (privé of als werknemer?)
Aan wie schrijf je die brief? 
Wat is je doel? 
Hoe bouw je de brief op? (inleiding, kern, slot)
Wat is de correcte opmaak?
etc. 

Slide 21 - Slide

tot slot:
Schrijf een eerste versie van de brief (richt je vooral op de 11 onderdelen)

Volgende les: uitval - studiedag
Werk aan je brief! 

Volgende week 21-3 brief AF en mee! Beoordelen

Slide 22 - Slide