2-1: Inleiding en slot, boekopdracht

Welkom!
Neem blz. 36 alvast voor je.
Laat de iPad in je tas.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Neem blz. 36 alvast voor je.
Laat de iPad in je tas.

Slide 1 - Slide

Globaal lezen
Oriënterend lezen
Zoekend lezen
Ik wil weten wat het onderwerp van de tekst is.
Ik ben op zoek naar eventuele deelonderwerpen.
Ik wil (snel) iets opzoeken in een tekst.

Slide 2 - Drag question

Oriënterend lezen
Globaal lezen
Titel
Plaatjes
Anders gedrukte woorden
Tussenkopjes
De eerste alinea
Eerste en laatste zinnen van alinea's

Slide 3 - Drag question

Lesdoelen
  • Je kunt de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.

Slide 4 - Slide

Blz. 36
Lees de groene theorie bestuderend door.

Slide 5 - Slide

Over de inleiding van een tekst:

  • Dit is het eerste deel van een tekst; 
  • Hier vind je het onderwerp;
  • Vaak wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt; (voorbeeld, anekdote);
  • Soms is de inleiding maar één alinea, maar soms ook meer. Let op wanneer introductie eindigt (vraag, mening, aankondiging).
Over het slot van een tekst:

  • Dit is het laatste deel van een tekst (1 of meer alinea's);
  • Hier vind je een conclusie of een korte samenvatting. Soms wordt er ook naar de toekomst gekeken.
  • Doel: tekst blijft hangen bij de lezer;
  • Bij nieuwsberichten is er vaak geen slot.

Slide 6 - Slide

Geen inleiding of slot
Nieuwsberichten hebben meestal geen slot.

Informatieve teksten (schoolboek, wikipedia) hebben vaak geen inleiding en geen slot.

Slide 7 - Slide

Middenstuk
- Meestal het grootste deel van de tekst.
- De meeste informatie over het onderwerp staat erin.
- Alle alinea's tussen de inleiding en het slot.

Slide 8 - Slide

Wat is NIET waar over de inleiding:
A
Hier vind ik het onderwerp
B
De inleiding bestaat altijd uit één alinea
C
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
D
Dit is het eerste gedeelte van een tekst

Slide 9 - Quiz

Wat is NIET waar over het slot van een tekst:
A
In het slot vind ik vaak een conclusie of samenvatting
B
Alle teksten hebben een slot
C
Dit is het laatste onderdeel van een tekst
D
Het slot kan uit meerdere alinea's bestaan.

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 12 - Quiz

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte? (er zijn meer antwoorden goed)
A
Titel
B
Inleiding
C
Kern
D
Slot

Slide 13 - Quiz

Maken/huiswerk
Blz. 36 opdracht 1 t/m 3, 6 en 7.
Klaar? Lezen.

Slide 14 - Slide