PGFB03 - Les 3 - Hormoon Cascade Pathways

PGFB03

Fysiologie en anatomie II - Les 3


Janne Elling

j.elling@aeres.nl


1 / 53
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

PGFB03

Fysiologie en anatomie II - Les 3


Janne Elling

j.elling@aeres.nl


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Overzicht inhoud PGFB03

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van de les

Glucagon/insuline/glucose/glycogeen

Second messenger

Hormoon-cascade-pathway





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling van de vorige les

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent 'hydrofoob'
A
Angst voor slangen
B
Houden van slangen
C
Angst voor water
D
Houden van water

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een amine-hormoon kan zijn:
A
Wateroplosbaar
B
Vetoplosbaar
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hormonen kunnen verschillende effecten hebben. Wat is GEEN manier waarop dit kan?
A
Het hormoon wordt in het bloed vervormd
B
Andere signaal-transductie-pathway
C
Ander eiwit wat voor een reactie zorgt
D
Andere receptor op of in doelwitcellen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Kernzin
De werking van hormonen wordt centraal gereguleerd, maar heeft hele specifieke uitwerkingen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Door middel van de regelkring van de homeostase van glucose in het bloed kunnen verklaren wat de reactie van het lichaam is op eten en vasten
  2. Door middel van de regelkring van de homeostase van glucose in het bloed de ziekteverschijnselen van diabetes type 1 en 2 verklaren
  3. De werking van regelkringen kunnen toepassen in de context van het menselijk lichaam

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bloedglucosespiegel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe zat het ook al weer?
Hier staan 2 hormonen verborgen, kies er 1.
A
Insuline
B
Glycogeen
C
Glucagon
D
Glucose

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Lever

Alvleesklier (pancreas)

  • Alfa-cellen --> glucagon
  • Bèta-cellen --> insuline


Referentie
Campbell ed. 9 Figuur 45.13

Slide 12 - Slide

Referentie: 
Campbell ed. 9 Figuur 45.13
Diabetes Mellitus - Type 1
  • Auto-immuunziekte --> Immuunsysteem vernietigt de bèta-cellen in de alvleesklier
  • Effect?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de [glucose] in het bloed van het lichaam van iemand met diabetes mellitus type 1 vlak na een maaltijd?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat gebeurt er?
  • Effect op het lichaam van te veel glucose in het bloed?
  • Dorst, veel drinken en plassen, moeheid of lusteloosheid, prikkelbaarheid en wazig zien.


  • "Oplossing" --> Bijspuiten insuline


  • Diabetes mellitus - Type 1 --> insuline-afhankelijke diabetes

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Diabetes Mellitus - Type 2
  • Doelcellen: ongevoelig voor insuline door verandering in receptoren
  • Leefwijze vaak bepalend (lichaamsbeweging, overgewicht, voeding, roken, erfelijke factoren)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oplossingen
  • Gezond eten, genoeg bewegen
  • Medicijnen voor  bloeddruk en cholesterol als leefstijl aanpassen niet lukt of onvoldoende werkt
  • Metformine (suiker uit bloed ipv lever gebruiken, perifeer weefsel weer gevoeliger maken voor insuline)
  • Soms insuline bijspuiten

Slide 17 - Slide

Metformine zorgt dat de lever minder bloedsuiker aanmaakt en dat de lichaamscellen gevoeliger worden voor insuline.
verandering van het glucosemetabolisme in de darm: verhoging van glucoseopname uit het bloed en afname van de absorptie uit voedsel. Metformine verhoogt de afgifte van GLP-1 en vermindert de resorptie van galzuur. Ook zijn er effecten op het darmmicrobioom.
https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/m/metformine
https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/dagelijks-leven/medicijnen-bij-diabetes
Diabetes type 3
Niet alleen de alvleesklier maakt insuline, de hersenen ook!
  • Herseninsuline
  • Insulineresistentie brein

Als herseninsuline niet meer geproduceerd wordt:
  • Geen invloed op bloedglucoseniveau
  • Wel invloed op functioneren hersenen --> Ziekte van Alzheimer?
Veel onduidelijkheid! Sommige onderzoekers --> Diabetes type 2 kan resulteren in Alzheimer.  

Slide 18 - Slide


Insuline in de hersenen wordt gesynthetiseerd door neuronen en speelt een cruciale rol in de hersenfunctie. Het is betrokken bij het reguleren van verschillende hersenactiviteiten, waaronder neuronale groei, overleving en differentiatie, evenals bij het beïnvloeden van cognitieve processen zoals geheugen en leren.
Diabetes type 3c
Oorzaken:
  • Gezonde alvleesklier raakt (chronisch/acuut) ontstoken 
  • Alvleesklier is verwijderd/beschadigd door bijv een tumor
Hierdoor is de alvleesklier niet meer in staat voldoende insuline, spijsverteringsenzymen e.a. hormonen te produceren.

Diabetes type 3c -> ontstaat dus door schade aan de alvleesklier.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Campbell paragraaf 41.2

Het endocriene systeem werkt veel met negatieve feedbacksystemen en hormonale antagonisten


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Reactieketens van hormonen
  • Hormoon-cascade-pathways
  • Hormoon A kan de afgifte van (een serie ) andere hormonen beïnvloeden
  • Meestal gereguleerd door negatieve feedback
Referentie
Plaatje komt uit: Campbell ed. 9 hoofdstuk 41.

Slide 21 - Slide

Plaatje komt uit: 
Campbell ed. 9 hoofdstuk 41.
Simpele negatieve terugkoppeling
Voorbeeld pH in duodenum
  1. Lage pH in duodenum (dunne darm)
  2. S-cellen in duodenum geven secretine af
  3. Reactie in pancreas (alvleesklier)
  4. Afgifte bicarbonaat

Referentie
Campbell ed. 9 figuur 45.11

Slide 22 - Slide

Referentie:
Campbell ed. 9 figuur 45.11
Hypothalamus en hypofyse
  • Samen: centrum van de endocriene regulatie
  • Link tussen zenuwstelsel en endocrien stelsel

--> Signaal naar hypothalamus, en daarna naar de hypofyse



Referentie
Plaatje Campbell 45.14

Slide 23 - Slide

Referentie:
Plaatje Campbell 45.14
Referentie
Campbell ed. 9 Figuur 45.15
productie van hormonen in de achterkwab/ 

Neurohypofyse = posterior pituitary

Slide 24 - Slide

Referentie:
Campbell ed. 9 Figuur 45.15
Adenohypofyse
Adenohypofyse
Referentie
Campbell Ed. 9 Figuur 45.16
productie van hormonen in voorkwab/

Adenohypofyse = anterior pituitary

Slide 25 - Slide

Referentie:
Campbell Ed. 9 Figuur 45.16
Casussen
  • Jan, 50 jaar oud, last van een te traag werkende schildklier , slikt hiervoor levothyroxine
  • Tessa, 8 jaar oud, moet iedere morgen bij het ontbijt een glas melk drinken, en krijgt op school schoolmelk
  • Michel, 21 jaar oud, schrijft zijn scriptie, en heeft daar best wel wat stress van
  • Thea, 44 jaar oud, komt lastig in slaap

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
Jan, 50 jaar oud, last van een te traag werkende schildklier, slikt hiervoor levothyroxine.

Slide 27 - Slide

Referentie: http://s1.lprs1.fr/images/2018/07/11/7815864_6049756a-84df-11e8-b678-39495671d1f1-1_940x500.jpg
Referentie
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A
Zodra lichaamswarmte begint te herstellen blokkeert T3 en T4 op hun beurt de afgifte van TRH en TSH -  negatieve feedback

Slide 28 - Slide

Referentie:
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A
Referentie
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A

Slide 29 - Slide

Referentie:
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A
Referentie
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A

Slide 30 - Slide

Referentie:
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A
Referentie
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A

Slide 31 - Slide

Referentie:
Campbell Biologie ed. 9 fig 45.17 A
TSH

Thyroid Stimulerend Hormoon (TSH)

  • Schildklier: bestaat uit 2 lobben rond de luchtpijp
  • Produceert tri-joodthyronine (T3) en thyroxine (T4)

Slide 32 - Slide

Referentie:
http://careforwomen-nicoleelshof.nl/wp-content/uploads/2013/10/schildklier.jpg
Schildklierhormonen

Ook wel thyroidhormonen genoemd

  • Stimuleren metabolisme


  • Hyperthyreoïdie --> Hyperactieve schildklier, te veel schildklierhormonen, te hoog metabolisme (bijv ziekte van Graves)
  • Hypothyreoïdie --> Te langzaam werkende schildklier, te weinig schildklierhormonen, te laag metabolisme --> Leverthyroxine

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

Referentie:
Struma: http://lex.staticserver2.com/static/de/450/struma.jpg
JoZo: https://www.dfcgrootverbruik.nl/media/com_hikashop/upload/3573_jozo-zout.jpg
Casus 2
Tessa en Milou, 8 jaar oud, moeten iedere morgen bij het ontbijt een glas melk drinken, en krijgen op school schoolmelk.

Slide 35 - Slide

Referentie: https://glamour.gjstatic.nl/thumbnails/GenjArticleBundle/Article/fileUpload/detail/00/71/55/dit-was-de-persoon-achter-lindsay-lohan-s-dubbelganger-in-the-parent-trap-7155.jpg

Let op: 
Relatie bot & calcium alleen aangetoond bij kinderen, niet volwassenen & ouderen
Thorning, T. K., Raben, A., Tholstrup, T., Soedamah-Muthu, S. S., Givens, I., & Astrup, A. (2016). Milk and dairy products: good or bad for human health? An assessment of the totality of scientific evidence. Food & nutrition research, 60(1), 32527.
Calciumhuishouding in het bloed

Belangrijk voor stevigheid botten, maar ook in het zenuwstelsel

Twee antagonisten reguleren het calciumgehalte in het bloed van zoogdieren:

  1. Parathyroïd hormoon (PTH) --> Geproduceerd in bijschildklier (trigger = te weinig Ca2+)
  2. Calcitonine --> Geproduceerd in schildklier
    vooral in groeiperiode van belang (trigger = te veel Ca2+)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Referentie
Campbell Biology Ed. 9 45.20
indirect

Slide 37 - Slide

Referentie:
Campbell Biology Ed. 9 45.20
PTH --> toename van het Ca2+-gehalte in het bloed.
Direct: Ca2+ komt vrij uit botweefsel & stimuleert resorptie  van Ca2+ in de nieren.
Indirect: Stimuleert nieren tot het activeren van vitamine D à verhoogde opname van Ca2+ uit voedsel in de darmen.
Calcitonine --> verlaagt het Ca2+ gehalte van het bloed door Ca2+ afzetting in botten te stimuleren & uitscheiding door de nieren te bevorderen
Casus 3
Michel, 21 jaar oud, schrijft zijn scriptie, en heeft daar best wel wat stress van

Slide 38 - Slide

Referentie: https://wwwimage-secure.cbsstatic.com/thumbnails/photos/770xh/sheldon_comparisons.jpg
Stress

Reactieketen vanuit de bijnier

  • Bijniermerg --> Adrenal medulla
  • Bijnierschors --> Adrenal cortex
Referentie

Menselijk lichaam:

http://www.wza.nl/media/318403/ligging-nieren-500-x-278.jpg

Nieren/bijnieren:

https://www.erasmusmc.nl/heelkunde-cs/chirurgie/AbdominaleChirurgie/ziektebeelden/4276826/Bijnier1

Doorsnede bijnier:

http://img.medscapestatic.com/pi/meds/ckb/11/12011tn.jpg

Slide 39 - Slide

Referenties:
Menselijk lichaam:
http://www.wza.nl/media/318403/ligging-nieren-500-x-278.jpg
Nieren/bijnieren:
https://www.erasmusmc.nl/heelkunde-cs/chirurgie/AbdominaleChirurgie/ziektebeelden/4276826/Bijnier1
Doorsnede bijnier:
http://img.medscapestatic.com/pi/meds/ckb/11/12011tn.jpg
Adrenal medulla ('merg')
  • Productie catechol-amines --> epinefrine en norepinefrine (adrenaline en noradrenaline)
  • Worden afgescheiden als reactie op stress vanuit het zenuwstelsel (zenuwprikkel van de hypothalamus)
  • Regelen 'fight-or-flight'-responses
Amines: Denk aan de vorige les!

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Catechol-amines
  • Zetten aan tot afgifte glucose & vetzuren in het bloed
  • Toegenomen zuurstoftoevoer
  • Bloed richting hart, hersenen en skeletspieren (en weg van huid, verteringsstelsel en nieren)

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Adrenal cortex (schors)
  • Productie corticosteroïden als reactie op stress --> hormonale reactieketen via hypothalamus & adenohypofyse

Er zijn 2 typen corticosteroiden:

  • Glucocorticoïden --> beïnvloeden glucose-huishouding & immuunsysteem (bijv cortisol)
  • Mineralocorticoïden --> beïnvloeden zout- en waterhuishouding (bijv aldosteron)

--> Cortex produceert ook kleine hoeveelheden testosteron & oestrogenen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Referentie
Campbell Biology ed. 9 figure 45.21
Kortdurend
Langdurend
Kou of sporten activeert neuraal signaal naar nieren
maakt Epinpehrine aan
Een laag suikergehalte, laag bloedvolume, stress of shock stuurt een hormonaal signaal naar de nieren

Slide 43 - Slide

Referentie:
Campbell Biology ed. 9 figure 45.21
Casus 4
Thea, 44 jaar oud, komt lastig in slaap.

Slide 44 - Slide

Referentie: https://cdn2.stylecraze.com/wp-content/uploads/2014/01/161-8-Famous-Bob-Hairstyles-Of-Jennifer-Aniston.jpg
Melatonine en bioritme
  • Epifyse (pijnappelklier) --> in hersenen, geeft melatonine af
  • Afgifte melatonine gebaseerd op licht/donker-cycli.
  • Andere rol melatonine --> Voortplantingsritmes (o.a. bronst)
Referentie

Grafiek:http://www.provitality.nl/provitality/images/excel1.gif

Herten: http://www.de-veluwenaar.nl/wp-content/uploads/2016/09/LF_5130.jpg

Slide 45 - Slide

Referentie:
Grafiek:http://www.provitality.nl/provitality/images/excel1.gif
Herten: http://www.de-veluwenaar.nl/wp-content/uploads/2016/09/LF_5130.jpg
Als laatste: Geslachtshormonen

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Geslachtshormonen

Voornamelijk geproduceerd door gonaden (geslachtsklieren)

  • Androgenen (zorgen bij embryo voor uitgroei mannelijke kenmerken)
  • Oestrogenen
  • Progestogenen


Worden bij zowel man als vrouw aangetroffen in verschillende hoeveelheden!

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Androgenen

Waaronder testosteron

  • Productie met name door testes --> stimuleren & handhaven ontwikkeling mannelijk voortplantingsstelsel
  • Testosteron --> toename spier- en botmassa. Ook inname als supplement om spiergroein te stimuleren

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Oestrogenen & progestogenen
  • Oestrogenen --> Verantwoordelijk voor ontwikkeling van vrouwelijke voortplantingsorganen & geslachtskenmerken
  • Progestogenen --> (o.a. progesteron) voornamelijk betrokken bij ontwikkelingen van de baarmoeder (uterus)


  • Synthese wordt beïnvloed door hormonen FSH en LH uit de adenohypofyse

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Door middel van de regelkring van de homeostase van glucose in het bloed kunnen verklaren wat de reactie van het lichaam is op eten en vasten
  2. Door middel van de regelkring van de homeostase van glucose in het bloed de ziekteverschijnselen van diabetes type 1 en 2 verklaren
  3. De werking van regelkringen toepassen in de context van het menselijk lichaam

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Kernzin
De werking van hormonen wordt centraal gereguleerd, maar heeft hele specifieke uitwerkingen

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding
Voor de volgende les de volgende paragrafen van Campbell lezen:
  • 45.1
  • 45.2

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 53 - Slide

This item has no instructions