ONO Blok 6 Spelling 6.8

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
5:00
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
Huiswerk nakijken.

Slide 2 - Slide

Geef een voorbeeld van woorden met een lange klank.

Slide 3 - Mind map

En dan is het nu tijd voor een vraag...

Slide 4 - Slide

Kies de juiste vorm.
A
kipenhok
B
kippenhok
C
kiepenhok
D
kipenhhok

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vorm.
A
paardenstallen
B
paardenstaalen
C
paardenstalen
D
pardenstallen

Slide 6 - Quiz

Welk woord is fout?
A
appelkisten
B
konijnenrennen
C
weilanden
D
deurmaten

Slide 7 - Quiz

Welk woord is fout?
A
regenwolken
B
melkflessen
C
hooivorken
D
huismusen

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen:
  1. Ik kan woorden met een lange en korte klank juist spellen.
  2. Ik kan de persoonsvorm juist spellen.

Slide 9 - Slide

Instructie 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op. De zin staat in de tegenwoordige tijd.

De kat van de buren .... (janken) elke nacht.

Slide 12 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op. De zin staat in de tegenwoordige tijd.

De hond ... (worden) door zijn baasje uitgelaten.

Slide 13 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op. De zin staat in de tegenwoordige tijd.

Het wijze meisje ... (vinden) het niet zo'n goed idee.

Slide 14 - Open question

Instructie verleden tijd
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op. De zin staat in de verleden tijd.

Gisteren ... (landen) het vliegtuig op Schiphol.

Slide 17 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op. De zin staat in de verleden tijd.

De piloot .... (turen) over de landingsbaan.

Slide 18 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op. De zin staat in de verleden tijd.

Hij .... (willen) weten of het veilig was.

Slide 19 - Open question

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord op.

Het vliegtuig is veilig .... (landen).

Slide 20 - Open question

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 275, opdr. 16, 17, 18, 19
  • Zilver: blz. 275, opdr. 16, 17, 18, 19
  • Goud: blz. 275, opdr. 16, 17, 18, 19

Klaar? 
  • Streep de opdrachten af op je takenkaart.
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
  • Aan het einde van de les kijken we de opdrachten na.
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Terugblik leerdoelen

Ik kan woorden met een lange en korte klank juist spellen.
Ik kan de persoonsvorm juist spellen.

Nakijken opdr. 16, 17, 18, 19.

Slide 22 - Slide

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B6 Spelling.

Slide 23 - Slide