aoristus versus imperfectum A3.12

εἰδετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten zien
B
jullie zagen
C
jullie zien
D
jullie hebben gezien
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

εἰδετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten zien
B
jullie zagen
C
jullie zien
D
jullie hebben gezien

Slide 1 - Quiz

ὠρα-ετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten zien
B
jullie zagen
C
jullie zien
D
jullie hebben gezien

Slide 2 - Quiz

θνῃσκετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten sterven
B
jullie stierven
C
jullie sterven
D
jullie zijn gestorven

Slide 3 - Quiz

ἐθνῃσκετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten sterven
B
jullie stierven
C
jullie sterven
D
jullie zijn gestorven

Slide 4 - Quiz

ἐθανετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten sterven
B
jullie stierven
C
jullie sterven
D
jullie zijn gestorven

Slide 5 - Quiz

ἐτρεπετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten wenden
B
jullie wendden
C
jullie wenden
D
jullie zijn gewend

Slide 6 - Quiz

τρεπετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten wenden
B
jullie wendden
C
jullie wenden
D
jullie zijn gewend

Slide 7 - Quiz

ἐτραπετε
(impf ovt - aor vtt)
A
jullie moeten wenden
B
jullie wendden
C
jullie wenden
D
jullie zijn gewend

Slide 8 - Quiz

ἐφευγε
(impf ovt - aor vtt)
A
vlucht
B
zij vlucht
C
zij vluchtte
D
zij is gevlucht

Slide 9 - Quiz

ἐφυγε
(impf ovt - aor vtt)
A
vlucht
B
zij vlucht
C
zij vluchtte
D
zij is gevlucht

Slide 10 - Quiz

φευγε
(impf ovt - aor vtt)
A
vlucht
B
zij vlucht
C
zij vluchtte
D
zij is gevlucht

Slide 11 - Quiz

imperfectum
aoristus
ἐπραττομεν (πραττω)
ἐτυχετε (τυγχανω)
ἐθανον (θνῃσκω)
ἐπεμπε (πεμπω)
ἐτρεπες (τρεπω)

Slide 12 - Drag question

Imperfectum
Aoristus
ἐβαλομεν
ἐφευγεν
ἐλαμβανετε
ἐλαβες
ἐτυχον
εἰχε
ἐβαλλον
ἐσχον

Slide 13 - Drag question

ηὑρισκε
ἔτρεπε
ἱκετευομεν
ἔθανες
θνῄσκει
Praesens
Imperfectum
Aoristus
ηὕρετε

Slide 14 - Drag question