Rijkdom en ongelijkheid in Nederland (4)

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 2

Lesdoelen - Taalvaardigheid

🎯 Lesdoelen:

1. Taalvaardigheid

• Je kunt een tekst schrijven in een passende vorm (brief, dagboek, column, rap/spoken word) met minimaal 200 woorden.
• De student kan zijn tekst gestructureerd opbouwen (inleiding, kern, slot) en rekening houden met publiek en doel.

Lesdoelen - kritisch denken

🎯 Lesdoelen:

2. Inleven in de ander

• Je kunt bedenken wat een persoon die armoede leeft voelt en ervaart.
• Je kunt vanuit dat gevoel schrijven.
• Je kunt laten zien hoe armoede invloed heeft op het dagelijks leven, gevoelens en kansen van mensen.

Lesdoelen - Burgerschap 

🎯 Lesdoelen: Burgerschap

3. maatschappelijke bewustwording

• Je kunt een mening vormen en verwoorden over armoede in Nederland.
• Je denkt mee over mogelijke oplossingen en de rol van de maatschappij daarin.

Stap 1: Voorbereiden op de schrijfopdracht

Werk samen of alleen.

Kruip in de huid van iemand die armoede ervaart. Kies zelf een rol, bijvoorbeeld:

• Een alleenstaande ouder met een laag inkomen
• Een mbo-student die zijn school en reiskosten naar zijn boeken en laptop niet kan betalen
• Een ondernemer die zijn winkel moet sluiten
• Een kind dat opgroeit in armoede

👉 Tip: Brainstormen eerst over wat deze persoon voelt, meemaakt en mist (mindmap)

Stap 2: Voorbereiden op de schrijfopdracht

Kies hoe je hun verhaal wilt vertellen:

e-mail: aan de burgemeester van Rotterdam

Dagboekfragment: een persoonlijke inkijk in het dagelijks leven

Rap of Spoken Word: met emotie en ritme de situatie schetsen

Artikel in een krant: mening over armoede en mogelijke oplossingen

Stap 3: De tekst schrijven

Schrijf de tekst. 

De tekst moet:

• Minimaal 200 woorden bevatten
• Een afbeelding hebben
• Een goede tekstopbouw hebben (inleiding, middenstuk/kern, slot) Let op: sommige tekstvormen hebben een titel of aanhef!
• Gevoelens beschrijven
• Stuur je tekst naar je docent ([e-mail])
• Presenteer je tekst

Stap 4: Presentatie

• Studenten kunnen hun tekst voorlezen of voordragen.
• Of: een klasgenoot leest hun tekst voor, zodat ze zelf de impact van hun woorden als "buitenstaander" voelen.

Tot slot: napraten

• Welk verhaal raakte je het meest en waarom?
• Heb je nu een ander beeld van armoede?
• Wat zou volgens jou moeten veranderen in Nederland?