3V - les 4 - H1.3 Elektriciteit in huis

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen + potlood + gum
- (Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap)
- Routekaart

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe groot is de spanning op het stopcontact?
A
16 V
B
110 V
C
230 V
D
325 V

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een transformator (Np = 400; Ns = 21) wordt aangesloten op 230 V.
Bereken de secundaire spanning
A
0,03 V
B
12 V
C
230 V
D
4381 V

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het symbool voor energie?
A
q
B
E
C
P
D
Q

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

          Leerdoelen
  • Je kunt de opbouw van de huisinstallatie beschrijven
     en de verschillende onderdelen benoemen.

  • Je kunt berekeningen maken met het verband
    tussen vermogen, spanning en stroomsterkte.


  • Je kunt het verbruik van elektrische energie berekenen in kWh en MJ.


  • Je kunt de functie benoemen van de verschillende kleuren elektriciteitsdraden.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Elektriciteitsnet
Een hogere spanning is
minder energieverlies

Daarom wordt elektriciteit
over grote afstanden met 
een hoge spanning 
vervoert.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Huisinstallatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Spanning en stroom thuis
Alle apparaten zijn thuis parallel geschakeld. Zodat de stroomsterkte over ieder apparaat gelijk is:


Om de totale stroomsterkte te berekenen tel je de stroomsterkte door iedere vertakking bij elkaar op:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Elektriciteit in huis
  • Huisinstallatie: alle elektriciteitsdraden door het huis
    Soorten draden:
  • Stopcontact heeft 2 draden om een stroomkring te maken:
    1. fasedraad (bruin)
    2. nuldraad (blauw)
  • Lamp: schakeldraad
    (zwart)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vermogen van een apparaat
Het vermogen van een apparaat is afhankelijk van de stroomsterkte en
de spanning.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Stap voor stap oplossen
Stap 1: Lees de opdracht
Stap 2: Noteer gegevens (en gevraagd)
Stap 3: Noteer de formules
Stap 4: Vul de gegevens in
Stap 5: Werk de berekening uit
Stap 6: Noteer de uitkomst
Stap 7: Controleer de uitkomst                                        blz 179 en 180

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zet op volgorde van toenemend vermogen

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Sleep grootheid/eenheid naar de juiste plek
Vermogen
W
Stroomsterkte
I
Spanning 
volt
Energie
P
watt
ampère
A
U
V
kWh
kilowattuur
E

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Welke formule klopt niet?
A
P = U × I
B
I = P / U
C
U = P / I
D
U = I / P

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een mixer heeft een vermogen van 750 W. Hij wordt aangesloten op het lichtnet. Bereken de stroomsterkte. Typ de hele berekening.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Het totale vermogen
Vermogen mag je bij elkaar                             Daarmee kun je afleiden dat:
optellen:


We weten dat                          
en


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Energie
  • Het energieverbruik van een apparaat meet je door het vermogen keer de tijd te doen. 

  • De eenheid van energieverbruik is kilowattuur (kWh)

  • Dit wordt gebruikt om de energierekening te betalen!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Energie meten
  • In de meterkast thuis zit een kWh-meter (kilowattuurmeter)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Energie berekenen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Joule en kWh
Stel een apparaat voor met een vermogen
 van 1000 W die 1 uur aan staat. 




Dus 1 kWh = 3,6 MJ

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de bruine draad?
A
Aarddraad
B
Nuldraad
C
Fasedraad

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eerste component van een huisinstallatie die de hoofdleiding tegenkomt in de meterkast?
A
Stopcontact
B
kWh-meter
C
Zekering
D
Schakeldraad

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Een lampje heeft een vermogen van 100 W.
Hoeveel uur kan deze branden op 1 kWh?
A
1 uur
B
10 uur
C
100 uur
D
1000 uur

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Een verwarming heeft een vermogen van 1500 W.
Deze staat 3 uur aan.
Bereken het energieverbruik.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
Huisinstallatie
Groepsschakelaar
Nuldraad
Fasedraad
Schakeldraad
kWh-meter / energiemeter

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les

Slide 36 - Slide

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 37 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Volgende les:
Practicum

Slide 39 - Slide

This item has no instructions