This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
In elke zin staan werkwoorden.
Een werkwoord (ww) zegt wat iets of iemand doet of is/wordt.
Eén van de werkwoorden in de zin is de persoonsvorm (pv).
De persoonsvorm is dus altijd een werkwoord!
De persoonsvorm is een werkwoord die zich
vormt (aanpast) aan het onderwerp.
Verandert het onderwerp, dan verandert de persoonsvorm mee.
Ik loop
Jij loopt
Wij lopen
Door een blessure kan ik nu niet meer sporten.
Stap 1: zoek de pv
Stap 2: zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen
TIP: Alle woorden die VOOR de persoonsvorm staan, zijn één zinsdeel!
Stap 3: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
Stap 4: zet de zinsdeelstrepen!