ruimtesuggestie

Ruimtesuggestie
in een plat vlak


1 / 32
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Ruimtesuggestie
in een plat vlak


Slide 1 - Slide

Leerdoelen van deze lessenreeks:

Je kunt meerdere manieren van ruimtesuggestie toepassen in:
een zelfbedacht landschap
een zelfbedacht gebouw

Je kent de begrippen van ruimtesuggestie en kunt ze toepassen in een toets in de derde periode. 




Slide 2 - Slide

Vormen van ruimtesuggestie/ ruimtewerking:

– stapeling
– omklapping
– groot - klein
– afsnijding
– overlapping
– repoussoir
– Lijn perspectief
– Atmosferisch perspectief
– plasticiteit
– coulissewerking

Al deze begrippen helpen mee bij het creëren van de illusie dat er ruimte in het platte vlak is te zien.

Slide 3 - Slide

stapeling
De objecten worden in lagen boven elkaar 'gestapeld'. De objecten die laag staan 'lijken' zo dichtbij en de objecten die hoog in de afbeelding staan 'lijken' ver weg, ondanks dat de objecten meestal niet van grootte verschillen.

Slide 4 - Slide

omklapping
De verschillende aanzichten, die even belangrijk zijn, worden allemaal zichtbaar gemaakt. Daarbij worden bijvoorbeeld vormen die rechtop zouden moeten staan horizontaal omgeklapt. Dit zie je vaak in kindertekeningen of in primitieve schilderkunst.

Slide 5 - Slide

groot-klein
Grote voorwerpen lijken op de voorgrond te staan en kleine voorwerpen lijken in de achtergrond te staan. Voorwerpen in de voorgrond staan laag in de afbeelding. De kleine voorwerpen in de achtergrond staan hoger in de afbeelding.


Slide 6 - Slide

Afsnijding

Een gedeelte van de voorstelling wordt afgesneden door het kader. Hierdoor lijkt het tafereel buiten het schilderij door te lopen, en komt het zo in de ruimte van de kijker.

Slide 7 - Slide


Een object staat voor een ander object. Je weet daardoor dat het object dat overlapt wordt in de achtergrond staat.
Overlapping

Slide 8 - Slide

Een repoussoir ontstaat wanneer een vorm op de voorgrond afsteekt (contrasteert) tegen de achtergrond. Door deze vorm wordt je de afbeelding als toeschouwer ingetrokken. Vaak steekt de vorm op de voorgrond donker af tegen de lichte achtergrond.
Repoussoir

Slide 9 - Slide

Lijnperspectief
Op een meetkundige manier ruimte suggereren. Met behulp van een horizon en vluchtpunten kunnen er hulplijnen getrokken worden. Er wordt het meeste gebruik gemaakt van 1-puntsperspectief (1 vluchtpunt, zie afbeeldingen links) en 2-puntsperspectief (2 vluchtpunten, zie afbeeldingen rechts). 

Slide 10 - Slide

atmosferisch perspectief
De kleuren worden naar de achtergrond toe vager. In sommige werken worden ze ook blauwer/groener van kleur.

Slide 11 - Slide

Met behulp van licht- en schaduweffecten, glans en spiegelingen wordt de ruimtelijkheid aangegeven. De vormen worden bijna tastbaar weergegeven. Hieronder zie je een afbeelding met veel plasticiteit (links) en een met weinig plasticiteit (rechts).
Plasticiteit

Slide 12 - Slide

Coulissewerking
Dit kan je vergelijken met het kijkdooseffect of de opbouw van een decor in het theater. 

Slide 13 - Slide

opdracht:
Landschap

Slide 14 - Slide

Werkwijze

  1. Maak 3 verschillende ontwerpschetsen van landschappen in je dummy.
  2. Gebruik coulissen, overlapping, repoussoir en afsnijding.
  3. Maak een keuze uit de 3 ontwerpschetsen.
  4. Werk je keuze uit op een tekenvel.
  5. Pas een atmosferisch perspectief toe met minstens 4 coulissen.
  6. Suggestie voor kleurgebruik: zie volgende dia

Slide 15 - Slide

mogelijke onderwerpen voor het landschap:
  • berglandschap
  • onderwaterwereld
  • industrie of stadslandschap
  • .......

Slide 16 - Slide

Inspiratie

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Beoordelingscriteria
  • Je hebt gebruik gemaakt van repoussoir, coulissen, overlapping en afsnijding.
  • Je hebt een atmosferisch perspectief toegepast.

  • Het geheel is netjes geschilderd.

Slide 23 - Slide

Perspectief tekenen 
 In dit thema ga je aan de slag met perspectieftekenen. Door dingen in perspectief te tekenen, schep je de illusie van ruimte.

Perspectieftekenen is een technische manier van tekenen die dingen in perspectief laat zien. Perspectief betekent dat je - afhankelijk van je standpunt - diepte creëert in je tekening. Wat dichtbij is wordt groot en wat verder weg is wordt kleiner. De techniek van perspectiefleer heeft te maken met verdwijnpunten: in je tekening zijn punten waar je de lijnen naar toe tekent, waardoor er diepte ontstaat.




Slide 24 - Slide

oefenen met perspectief tekenen
Oefening 1

Oefen op een apart blaadje met het tekenen van perspectief met 1 vluchtpunt zoals in het volgende filmpje (vanaf 04.00 tot 10.50 min).


Oefening 2

Bekijk daarna het volgende filmpje, en teken een huis in je dummy zoals in het filmpje met twee vluchtpunten.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Als de twee oefeningen met behulp van de YouTube fimpjes klaar zijn, begin je met de nieuwe opdracht:

Wat als je een architect bent in 3024, hoe ziet jouw woning er dan uit?

Werkmethode: mindmap maken; afbeeldingen verzamelen (maak een mapje aan op je IPad); schetsen in je dummy; schetsen uitwerken tot werkstuk. 

Inspiratie: zie volgende slide.

Slide 28 - Slide

stap 1
Maak een mindmap op tekenvel 25x50 cm 

Slide 29 - Slide

Stap 2

Zoek 8 afbeeldingen van futuristische gebouwen, zet ze in een word bestand en upload dit bestand in SOM als inleveropdracht in de week van 12 februari.

Slide 30 - Slide

Stap 3
Maak 2 schetsen in je dummy met behulp van je mindmap en de 8 afbeeldingen die je hebt verzameld. 

Slide 31 - Slide

Stap 4
Werk je schetsen uit op een vel van 32x50 cm of groter.
Pas je kennis van ruimtesuggestie toe. 

Slide 32 - Slide