2B_H6_Lezen(1)publiek

Lezen H6 (1)
Tekst en publiek
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen H6 (1)
Tekst en publiek

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoel
- Je kunt bepalen voor welk publiek een tekst geschreven is
- Je kunt goed beschrijven wat het publiek is van een tekst

Slide 3 - Slide

Planning deze les
  • Herhaling theorie Lezen H4 + H5
  • Theorie Lezen H6
  • Oefenen
  • Huiswerk

Slide 4 - Slide

Herhalen theorie H5 Lezen
Wat is het verschil tussen een feit, een mening en een argument?

Slide 5 - Slide

Feit
  • Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
  • Een feit kan je controleren.

Voorbeeld: 'De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.'

Slide 6 - Slide

Mening (standpunt)
  • Wat iemand ergens van vindt
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het eens of oneens ermee zijn

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen'

Slide 7 - Slide

Argument (reden)
  • Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
  • Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers...
Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument)'.

Slide 8 - Slide

Feit of mening?
Het Nederlands Elftal heeft zondag gewonnen van Georgië.
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Feit of mening?
Wout Weghorst is de beste spits van het Nederlands Elftal.
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?
Het is fijn dat het over 6 weken zomervakantie is.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

Bedenk een argument bij het standpunt:
De toetsweek voor de zomervakantie moet afgeschaft worden, want ...

Slide 12 - Open question

Begrippen van H5
kritisch lezen
betrouwbaarheid
objectief

Slide 13 - Slide

Hoe check je of de informatie uit
een tekst betrouwbaar is?

Slide 14 - Mind map

Begrippen van H6
publiek


Voor wie (= welk publiek) zijn de volgende teksten bedoeld?


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Waarom is het belangrijk om als schrijver rekening te houden met je publiek?

Slide 19 - Open question

Publiek van een tekst
Publiek bepaal je door te kijken naar:
  • Onderwerp
  • Bron
  • Taalgebruik
  • Lay-out

Slide 20 - Slide

Publiek noteren
Wees zo concreet mogelijk:

- volwassenen
- volwassenen die houden van tuinieren
- kinderen van 4-12 jaar
- jongeren die geïnteresseerd zijn in voetbal

Slide 21 - Slide

Ik weet hoe ik het publiek van een tekst moet noteren
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Huiswerk voor volgende les
  • H6 Lezen:
  • Maak online de startopdracht + opdracht 1


Slide 23 - Slide