4.1 Het skelet

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag

- PW bespreken

- 4.1: Het Skelet

- 4.2: De bouw van botten

4.1 Het skelet

- Je kunt de botten van het lichaam benoemen

- Je kunt de functies van het skelet benoemen

Het Skelet

- Menselijk skelet bestaat uit 206 botten bij een volwassen persoon

- Botten worden ook wel beenderen genoemd (het beenderstelsel)

- Het lichaam  van een mens bestaat uit hoofd, romp en ledematen

Hoofd, romp en ledematen

- Botten in het hoofd vormen samen de schedel. De boven- en onderkaak horen ook bij de schedel

- De schedel wordt gedragen door de wervelkolom

- Botten in de ledematen lijken op elkaar

- Verschillende botten bla bla bla

Skelet van een mens

Borstkas: bestaat uit je borstwervels,

ribben en het borstbeen

Schoudergordel: bestaat ui je 

schouderbladen en sleutelbeenderen

Bekken: bestaat uit je heupbeenderen en

het heiligbeen

Welke 4 functies had het skelet ook alweer?

Functies van het skelet

1) Geeft stevigheid aan je lichaam

2) Maakt beweging mogelijk

3) Bescherming van organen

4) Vorm geven aan je lichaam

- Vorm van de botten heeft te maken met de functie: aan veel botten zitten bijv uitsteeksels waar spieren aan vast zitten

Maken opgaven 6 + 7 (blz. 14)

Klaar? --> Maken rest van het huiswerk: 

Opgaven 1 t/m 4 (blz 10-12)

4.2 De bouw van botten

- Je kunt de bouw van botweefsel en kraakbeenweefsel beschrijven

- Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven

In het skelet komen 2 typen weefsel voor

Botweefsel en kraakbeenweefsel

Botweefsel vs kraakbeen

Botten zijn:

- stevig

- kunnen niet makkelijk buigen of breken

Kraakbeen is:

- buigzaam

- het zit bijvoorbeeld in je neus, oorschelp, tussen je ribben en borstbeen

Maar hoe komt dit verschil nou?

Het wordt veroorzaakt door de verschillende samenstelling van botten en kraakbeen

Bouw van botweefsel

- De cellen liggen in kringen rondom kleine kanaaltjes waar bloedvaten doorheen lopen

- Botcellen zijn aan elkaar verbonden met uitlopers

- De tussencelstof van botweefsel bestaat vooral uit kalkzouten en collageen

- Kalkzouten geven stevigheid aan het botweefsel

- Collageen zorgt ervoor dat botweefsel toch een beetje buigzaam blijft

Bouw van kraakbeenweefsel

- De cellen liggen in groepjes bij elkaar 

- Cellen zijn omringd met een elastische tussencelstof

- De tussencelstof bestaat voornamelijk uit lijmstof

- Daardoor is kraakbeen buigzaam

Verandering in botweefsel

- Bij baby's bestaat het skelet vooral uit kraakbeenweefsel

- Tijdens de groei verandert het meeste kraakbeen in bot

- Botten van kinderen bevatten veel collageen; als je ouder wordt neemt dit af en neemt de hoeveelheid kalkzouten toe

Wat zijn hier de gevolgen van? Wat betekent dit nou precies? 

Babyschedel

Huiswerk

Nog nader te bepalen door jullie (zeer aardige) docent