Les 3: Beeldaspect KLEUR

Beeldaspect 
Kleur
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingTekenen+1Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Beeldaspect 
Kleur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions


Verdeel je blaadje in 4 hokjes. In elk hokje ga je één (1)  begrip laat zien. Schrijf het begrip onder elk hokje.


Begrippen kleur:
1. Primaire kleuren
2. Secundaire kleuren
3. Complementair contrast
4. Licht-donker contrast


Opdracht : Kleur

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Beoordelingscriteria
  • Materiaal en techniek gebruik: je snapt de begrippen en kunt ze toepassen, je eigen fantasiegebruik , je hebt netjes gewerkt.
  • Taakgerichtheid: je kan de lestijd goed gebruiken om gericht te werken. 
  • Samenwerken: kan je elkaar helpen als het nodig is.
  • Opruimen: aan de eind van de les kan je samen met je groep goed opruimen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: 
1.toon, 
2. helderheid en 
3. verzadiging. 

Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek

Slide 5 - Slide

De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.

1. Primaire kleuren
De primaire kleuren zijn: 
  1. rood
  2. geel 
  3. blauw

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

2. Secundaire kleuren
  • secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.
  • oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tertiaire kleuren
Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire met elkaar. Hierdoor onstaat bruinen en grijzen, legergroen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

3. Complementair contrast
Deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.
Dit zijn: paars-geel, 
             rood-groen,
             blauw-oranje.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kleur tegen kleurcontrast
Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

4. Licht-donker contrast
  • Dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren.  
  • Wit -zwart is het grootste contrast. 
  • Je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ben je klaar?
Neem een foto van je tekening en lever dit in 'classroom',  in stap 3 kleuren mengen.
Ruim alles netjes op!!!!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Warme en koude kleuren
Warme kleuren: geel, geeloranje, roodoranje, rood en roodpaars.
  • zijn warm, denk aan een zonsondergang
  • lijken dichterbij, naar voren te komen
  • vormen een contrast met koude kleuren 

koude kleuren: blauwpaars, blauw, blauwgroen, groen, geelgroen.
  • zijn koel, denk aan de zeekleuren
  • lijken verder weg, gaan naar achteren
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 13 - Slide

    This item has no instructions

    5. Koud–warm contrast
    Een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warm contrast.

    Slide 14 - Slide

    This item has no instructions

    6. Kleurenfamilie
    • Dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren groen bij elkaar. Dus blauwgroen, geelgroen en witgroen horen tot dezelfde kleurenfamilie Groen. 
    • Kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk. 

      Slide 15 - Slide

      This item has no instructions

      7. Expressief kleurgebruik
      Bij expressief kleurgebruik worden kleuren gebruikt om gevoelens en emoties in een voorstelling uit te drukken.

      Slide 16 - Slide

      This item has no instructions

      8. Signaalfunctie
      Kleuren kunnen ook een signaalfunctie hebben, zo kan de kleur aangeven dat er gevaar bestaat, of dat er geen gevaar is.

      Slide 17 - Slide

      This item has no instructions