What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
grammatica toets H 2
Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
1 / 29
next
Slide 1:
Quiz
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 1 - Quiz
Groep 7/8 leert het onderwerp vinden.
Wat is het onderwerp?
A
groep 7/8
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden
Slide 2 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 3 - Quiz
Ik kom vanavond een uurtje later.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
een uurtje = onderwerp
B
ik = onderwerp
Slide 4 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 5 - Quiz
Hij gaat naar huis.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 6 - Quiz
De baby wordt groot.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quiz
Mijn vriend wordt leraar.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 8 - Quiz
Sommige leerlingen zijn daarom boos.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quiz
De nieuwe leerling heette Bente
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 10 - Quiz
Mijn zus is vervelend.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 11 - Quiz
Het gebouw wordt erg mooi
A
Naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde
Slide 12 - Quiz
Welk gezegde?
Zijn vriend was gisteren ineens ziek geworden.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 13 - Quiz
Het jongentje loopt naar school.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 14 - Quiz
Het gebouw wordt afgebroken.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 15 - Quiz
Het zonlicht schijnt hinderlijk in mijn ogen.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 16 - Quiz
Volgend jaar worden alle leerlingen door elkaar gewisseld.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 17 - Quiz
Is Bjorn gisteren op zijn hoofd geslagen?
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 18 - Quiz
Infinitief of voltooid deelwoord?
passen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
Slide 19 - Quiz
Infinitief of voltooid deelwoord?
gebukt
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
Slide 20 - Quiz
Infinitief of voltooid deelwoord?
twijfelen
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
Slide 21 - Quiz
fietst
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 22 - Quiz
Infinitief of voltooid deelwoord?
verzachten
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
Slide 23 - Quiz
Infinitief of voltooid deelwoord?
gereden
A
infinitief
B
voltooid deelwoord
Slide 24 - Quiz
gegeten
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 25 - Quiz
'betaalt'
is een
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 26 - Quiz
'gebeurd'
is een
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 27 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
Op
B
Lopen
C
Ver
D
Ex
Slide 28 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles
Slide 29 - Quiz
More lessons like this
Grammatica blok 1
September 2020
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
v3 redekundig ontleden basistoets vooraf
November 2020
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Spelling de infinitief en het voltooid deelwoord
June 2019
- Lesson with
24 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Herhaling Grammatica
November 2018
- Lesson with
23 slides
MBO
Studiejaar 2
M2 Talent H3.5 Spelling - les 1
January 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Werkwoorspelling klas 2
May 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
VD en BNW
December 2020
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1