- Zorg ervoor dat je altijd de vraag begrijpt
- Lees van alinea naar alinea (niet de hele tekst in een keer)
- Je begint met de titel, de ondertitel, het plaatje, daarna de vraag, de tekst en dan pas de antwoorden. Dit doe je overigens niet bij een wel/niet vraag. De antwoorden lees je hierbij altijd van tevoren.
-Richtlijn woordenboek (ongeveer 5 woorden per tekst)
Nooit besparen op titel, vraag of antwoord.