Woordsoorten herhalen les 1

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je leesboek NIEUWE
  • je iPad (dicht)


Les 1
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je leesboek NIEUWE
  • je iPad (dicht)


Les 1

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning
  • herhalen nieuwe woordsoorten
  • werkmoment via keuzemenu
  • vooruitblik

Slide 3 - Slide

Bijwoord zegt iets over:
  • Misschien doe ik het. (bw zegt iets over de hele zin)
  • Dat vind ik een bijzonder mooie film. (bw zegt iets over het bn mooie)
  • Ze zaten allemaal buiten. (bw zegt iets over het werkwoord zaten)
  • Dat vind ik een heel erg mooie film. (bw zegt iets over het bw erg)

Een bijwoord is een woord dat bijvoorbeeld een tijd of plaats aangeeft, 
of zegt hoe, hoe vaak of hoeveel iets gebeurt.

Slide 4 - Slide

Let op!
Welk(e), wat, wie, wat voor (een) = vragende voornaamwoord

Andere vraagwoorden zijn bijwoorden.
Wanneer, waarom, waarheen, hoe, waarmee

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Zegt iets over:
  • een zelfstandig naamwoord
  • kan van vorm veranderen


Bijwoord (p. 59)

Zegt iets over:
  • bn, ww, bw
  • kan niet van vorm veranderen

Of is een restwoord als:
ook, misschien, gelukkig, ...
Hangt van de zin af

Slide 6 - Slide

Onbepaald voornaamwoord p. 131
Een ovw verwijst:
  • naar niet-specifieke personen of zaken
  • naar iets algemeens waarbij iets of iemand niet precies worden vermeld
  • bijvoorbeeld: alles, iedereen, (n)iemand, (n)iets, allemaal
  • allemaal vaak samen met ander woord

Slide 7 - Slide

Het = lw, psv, ovw
lidwoord (blw) => Het huis in de straat.

persoonlijk vn (psv) => Ik ga niet naar het feestje, omdat het laat begint. => Je kunt het vervangen door het feestje.

onbepaald vn (ovw) => Het is heel druk daar, het regent.

Slide 8 - Slide

Let op!
De volgende woorden zijn onbepaalde hoofdtelwoorden.

sommige, enkele, enige, verscheidene, alle, verschillende

Het geeft namelijk een hoeveelheid aan.

Slide 9 - Slide

Werkmoment: keuzemenu
Digitaal
Papier
Spelvorm
Anders
Test jezelf 4.8/5.8
Oefen SO in studiewijzer
Memory
Versterk jezelf

Slide 10 - Slide

Vooruitblik
Tweede les: SO
Neem je leesboek mee.

Derde les: opstarten nieuw onderdeel
Neem leesboek en leerwerkboek deel A mee.

Slide 11 - Slide