Hoofdletters & interpunctie

Hoe gaat het met jullie?
A
B
C
D
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoe gaat het met jullie?
A
B
C
D

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Hoofdletters en leestekens

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

beste mevrouw Visser
In de bovenstaande zin moet...
A
1 hoofdletter
B
2 hoofdletters
C
3 hoofdletters
D
geen hoofdletters

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

mevrouw thea de boer krijgt met moederdag een bon van ikea
A
2 hoofdletter
B
3 hoofdletters
C
4 hoofdletters
D
5 hoofdletters

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
Wanneer gaat meneer Jansen slapen?
B
Wanneer gaat Meneer Jansen slapen?
C
Wanneer gaat meneer jansen slapen?

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed geschreven?
A
noord-brabant
B
Noord-brabant
C
Noord-Brabant
D
noord-Brabant

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 8 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Wat is goed geschreven?
A
BTW
B
btw
C
Btw

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Waar staan de hoofdletters goed?
A
Mevrouw A. van Beek
B
Mevrouw A. van beek
C
Mevrouw Van Beek
D
Mevrouw van Beek

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

moederdag
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De Kermis staat van Woensdag tot Zaterdag op het Stationsplein.
A
hoofdletters staan allemaal goed
B
1 hoofdletter staat goed
C
2 hoofdletters staan goed
D
3 hoofdletters staan goed

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Morgen krijg ik les van meneer van veen.
B
morgen krijg ik les van Meneer van Veen.
C
Morgen krijg ik les van meneer Van Veen.
D
Morgen krijg ik les van meneer van Veen.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
's Avonds ga ik naar Johan
B
'S avonds ga ik naar Johan
C
's avonds ga ik naar Johan
D
's avonds ga ik naar johan.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

In welke zin worden hoofdletters goed toegepast?
A
Een mbo'er kan doorstromen naar het hbo.
B
Een MBO'er kan doorstromen naar het HBO.
C
Een Mbo'er kan doorstromen naar het Hbo.
D
Een MBo'er kan doorstromen naar het HBo.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Dilemma:

A
Kunnen teleporteren
B
Kunnen tijdreizen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Dilemma:

A
Mayo
B
Curry

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions