14.5 DNA en RNA

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 32 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom, ga lekker zitten
Welkom, ga lekker zitten

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les:
Structuur en functie van DNA, mRNA en tRNA
Eiwitsynthese mbv genetische code

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

DNA
DNA = Deoxyribo-Nucleïne-Acid (zuur..)
RNA =              Ribo-Nucleïne-Acid (zuur..)

Keten: polymeer van (deoxy)ribose
Aan elk (deoxy)ribose zit een 
fosfaatgroep (in de keten)
en een base (=nucleotide) (zijtak)



Slide 4 - Slide

Vier nucleotiden DNA
Aan deoxyribosefosfaat 
kunnen in DNA vier basen zitten:
Thymine  (T)
Adenine   (A)
Cytosine  (C)
Guanine   (G)

Slide 5 - Slide

Vier nucleotiden RNA
Aan deoxyribosefosfaat 
kunnen in RNA vier basen zitten:
Uracil        (U) (in plaats van Thymine)
Adenine   (A)
Cytosine  (C)
Guanine   (G)

Slide 6 - Slide

Keten
Streng gevormd door koppeling van 
fosfaatgroepen 
aan deoxyribose. 
Aan het (deoxy)ribose zit rechts naast de O 
de base A, T, C of G 

Slide 7 - Slide

Dubbele streng
DNA bevat TWEE strengen in een helix (dubbele spiraal). 
A  altijd tegenover T 
altijd tegenover G  

binding door H-bruggen

Slide 8 - Slide

Transcriptie
Info van matrijsstreng van DNA (=volgorde van A, C, G en T) wordt overgebracht op mRNA (m= messenger)
Stap1: DNA-strengen uit elkaar

Slide 9 - Slide

Streng 1 = coderende streng
Streng 2 = matrijsstreng
Codon: drie 'letters' (bijv. GGA) coderen één aminozuur (glycine) 
BINAS 71A!

Slide 10 - Slide

(DNA)                                                      (DNA)

Slide 11 - Slide

stap 1 en 2: 
  •  DNA strengen los (1 streng coderend, andere streng matrijs)
  • mRNA wordt gevormd op de matrijsstreng
LET OP: 
tegenover de A geen T maar U!!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Transcriptie

Stap3: elk codon (3 letters)
op het mRNA 
codeert één aminozuur


Slide 14 - Slide

BINAS 67H1
Elk aminozuur heeft een 
3-letter code (Gly)
en een 1-lettercode (G)
Let op: niet altijd de eerste letter:  glutamine = Q

Slide 15 - Slide

Voorbeeld






volgorde mRNA = volgorde coderende streng DNA (met U ipv T)

Slide 16 - Slide

tabel 71G
 welke code hoort bij welk aminozuur?
UCC hoort bij S (serine)
(tabel 67H)

Slide 17 - Slide

Eiwitsynthese
tRNA (transferRNA) heeft aan de 
ene kant een aminozuur en aan 
de andere kant een anticodon 
dat aan het mRNA koppelt.
Dit gebeurt in de ribosomen 
in de cel.
U   C     A

Slide 18 - Slide

Eiwitsynthese
Het tRNA vindt een plek op het mRNA, en het ribosoom koppelt de aminozuren tot een  eiwit
U   C     A

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

samengevat:
  1. DNA: coderende-streng <--> matrijsstreng (koppeltjes A-T en G-C)
  2. Matrijsstreng <-->  mRNA (=coderende streng maar dan met U ipv T)
  3. mRNA <--> tRNA*aminozuur
  4. aminozuren gekoppeld => eiwit

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

maak 45 blz 61

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

huiswerk

Slide 32 - Slide