Herhaling Grammar

UNIT 1 Friends

Grammar


1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsISK

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

UNIT 1 Friends

Grammar


Slide 1 - Slide

Wat leer je vandaag?
  • Je kunt persoonlijke voornaamwoorden correct gebruiken.​
  • Je beheerst het werkwoord 'to be' in de tegenwoordige tijd in zowel bevestigende als ontkennende zinnen, inclusief de korte vormen.​
  • Je kunt de getallen van 0 tot en met 30 correct benoemen en schrijven.​

De leerlingen kennen het Engelse alfabet en kunnen het correct uitspreken en spellen.

Slide 2 - Slide

Opdracht
Werk in tweetallen.
Wat zie je allemaal?
Schrijf binnen 1 minuut zoveel mogelijk op in het Engels!
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
 zijn woorden die personen of dingen vervangen.
Opdracht
  • Kijk naar de woorden die je hebt opgeschreven bij de vorige opdracht.
  • Schrijf bij de zelfstandige naamwoorden het juiste persoonlijk voornaamwoord.
Nederlands
Engels
Ik
I
Jij
you
Hij / zij / het
he / she / it
wij / jullie / zij
we / you / they
Voorbeeld
The girl - she
The classroom - it

Slide 4 - Slide

Zijn (to be) - ontkennend (niet)
I  am not                     I'm not 
you are not                you aren't 
he /she/it  is not     he isn't 

we are not         we aren't 
they are not      they aren't     

Slide 5 - Slide

Zijn (to be) - ontkennend (niet)
I am not - I'm not
you are not - you aren't
he /she/it is not  - he isn't
we are not - we aren't
they are not - they aren't     

Schrijf op
Maak zelf een kort zinnetje met:
- I am not
- We are not
Schrijf ook de afgekorte vorm  erachter.

Slide 6 - Slide

She___ a teacher.
Opdracht
Schrijf de ontkennende vorm op. 
A
is
B
are

Slide 7 - Quiz

You ___ class V2b.
Opdracht
Schrijf de ontkennende vorm op. 
A
is
B
are

Slide 8 - Quiz

Getallen 0-30

Slide 9 - Slide

3
A
thrie
B
three
C
tree
D
thirteen

Slide 10 - Quiz

8
A
eighty
B
eit
C
eight
D
acht

Slide 11 - Quiz

30
A
threety
B
thirteen
C
thirty
D
thirtig

Slide 12 - Quiz

27

Slide 13 - Open question

16

Slide 14 - Open question

8

Slide 15 - Open question

Het alfabet
Oefen in tweetallen het alfabet.
 Let op de uitspraak!

Slide 16 - Slide

Your turn
Schrijf een kort stukje schrijven over jezelf, waarin je persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord 'to be' gebruikt. 

Bijvoorbeeld: "My name is Anna. I am 14 years old. My brother's name is Tom. He is 16 years old."
Opdracht
Welke persoonlijke voornaamwoorden en vormen van to be staan in het voorbeeld?

Slide 17 - Slide

Ik ken de persoonlijke vornaamwoorden in het Engels.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik kan de getallen gebruiken om leeftijd of aantallen te benoemen
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Schrijf de vormen van het werkwoord to be op:

Slide 20 - Open question

Ik kan van 0 tot 30 tellen in het Engels.
Challenge
Neem een filmpje van jezelf op waarin je de getallen van 0 t/m 30 in het Engels zegt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Homework



Learn:
Grammar: blz. 142 en 143
Words: blz. 144 en 145
Phrases: blz. 146






Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video