Niet alle vulkanen ontstaan door het botsen van platen. Er zijn ook nog andere oorzaken, bv. uit elkaar schuivende platen. Maar hoe komen vulkanen nu tot een uitbarsting? Wanneer aardplaten tegen elkaar botsen of uit elkaar getrokken worden, ontsnapt vloeibaar gesteente uit de aardmantel. Onder een vulkaan bevindt zich namelijk de
magmakamer: daarin zit vloeibaar gesteente of
magma. Gaat het om botsende platen? Dan komt de onderste plaat van de aardkorst in de mantel terecht. Door de hete temperatuur en de druk in de mantel smelt de korst en wordt ze vloeibaar gesteente. Er komt meer vloeibaar gesteente in de mantel, waardoor de mantel tegen de aardkorst gaat drukken. Als de druk in de magmakamer te groot wordt, stijgt het gesmolten gesteente of magma en breekt het vloeibare gesteente door de aardkorst heen: er ontstaat een vulkaanuitbarsting. Een vulkaanuitbarsting heeft vooral te maken met de grote druk die ontstaat door hete gassen in de magmakamer. Die druk stuwt het magma naar boven. Het magma dat langs een
vulkaankrater naar buiten komt, noemen we
lava. Lagen gestolde lava en afgekoeld vulkanisch as vormen een kegelvormige berg rond een centrale kraterpijp, waardoor de lava naar buiten stroomt. Een vulkaan is dus een gat in de aardkorst waardoor lava, gas en stenen
naar buiten komen. Ook de berg (of een volledig eiland) die zo ontstaat, is een vulkaan!