U3 les 4

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Lundi 15 janvier
Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt een schoolrooster schrijven;
- Jij kunt een tekst rond de school en hobbys begrijpen en vragen erover antwoorden;
- Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Slide 2 - Slide

Je contrôle les devoirs
Klaar met de opdrachten in de les? + LEREN EN TOEPASSEN:

Jij leert nog de woorden van Unité 3, Apprendre 1 (herhaling).
Jij leert de woorden van Unité 3, Apprendre 2 (nieuw).
Jij schrijft jouw rooster in het Frans (digitaal of op papier):
- aan de éne kant, de dagen van de week;
- aan de andere kant, de vakken per lesuur.
Om te leren gebruik jij het boek en daarna ook StudyGo (maak een gratis account).
+ Jij bent klaar met de opdrachten die wij donderdag in de les gedaan hebben: pagina's 89 en 90 in het boek, over de tekst Théo , ses devoirs, ses hobbys.






Slide 3 - Slide

Activité numéro 1
Jij kunt een schoolrooster schrijven.
Montre les devoirs !

Slide 4 - Slide

Activité numéro 2
Jij kunt een tekst rond de school en hobbys begrijpen en vragen erover antwoorden.

Ouvre le livre page 89.

Slide 5 - Slide

Exercice 6, question 4, page 89
  •  1/ Ik pak mijn tas = je prends mon sac à dos
  • 2/ Ik kijk in mijn agenda = je regarde mon agenda
  • 3/ Ik maak oefeningen en ik leer = Je fais les exercices et j'apprends
  • 4/ Ik zoek antwoorden op internet = je cherche les réponses sur Internet
  • 5/ Ik overleg met vrienden = je demande à mes copains

Slide 6 - Slide

Exercice 6, questions 5 et 6, page 89
  • 5/ Il fait de la musique
  • 5/ Je joue de la guitare
  • 5/ Je regarde un film
  • 6/ Je m'appelle
  • 6/ Je travaille
  • 6/ Je ferme
  • 6/ Je cherche
  • 6/ Je demande

Slide 7 - Slide

Correction des exercices page 90

Slide 8 - Slide

Page 90, question 7
  • est-ce que
  • geen vertaling. Est-ce que gebruikt je om een vraag te stellen.
  • Voorbeeld: Est-ce que tu danses ?
Dans jij?

Slide 9 - Slide

Page 90, question 8 : le quiz
  • les devoirs
  • Quand un exercice est trop difficile, je ferme le livre ou je reste à mon bureau pendant des heures.

Slide 10 - Slide

Page 90, question 9 : le quiz
  • Vraag 1 = O + F +  N
  • Vraag 2 = D + C + J
  • Vraag 3 = M + K + A
  • Vraag 4 =  G +  B +  L
  • Vraag 5 =  E +  I + H

Slide 11 - Slide

Le quiz
Et toi ? Tu as un maximum de :
 "a" : tu détestes le collège 
"b" : tu es sérieux / sérieuse
ou "c" ? : tu préfères tes amis ?

Slide 12 - Slide

Activité numéro 3
Jij kunt een regelmatig werkwoord op -er vervoegen.

Slide 13 - Slide

Werkwoord op -er vervoegen in 3 stappen
B.V.: hele werkwoord "donner" (geven)
Stap 1:Schrijf de pvnw op
Stap 2: -er eraf (= stam)
Stap 3: uitgang erbij
Vertaling
je, tu, il, elle etc.
donn
je donne
ik geef
tu donnes
jij geeft
il/elle/on donne
hij/zij geeft / wij geven
nous donnons
wij geven
vous donnez
u geeft / jullie geven
ils/elles donnent
zij geven

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'jouer' met het onderwerp
joue
joues
joue
jouons
jouez
jouent

Slide 16 - Drag question

Jij kijkt
A
Tu regarde
B
Elle regarde
C
Il regarde
D
Tu regardes

Slide 17 - Quiz

Wat voeg altijd toe aan het einde van een werkwoord in de "tu" (jij) vorm?

Slide 18 - Open question

Aan het einde van een werkwoord in de "tu" (jij) vorm, voeg jij altijd een "s" toe, behalve 2 uitzonderingen:

Slide 19 - Open question

wij kijken naar
A
vous regardez
B
ils regardent
C
nous regardons
D
tu regardes

Slide 20 - Quiz

Vertaal: "jullie kijken naar"

Slide 21 - Open question

Vertaal: "ik zoek"
A
je cherche
B
je joue
C
j'oublie
D
je commence

Slide 22 - Quiz

Il est 8.25. La classe...
A
s'appelle
B
commence
C
cherche
D
donne

Slide 23 - Quiz

Zelfstandig werken
Exercices (alle opdrachten) 8A, 8B et 8C, pages 91 et 92. Pas op: opdracht 8A, 3, pagina 91: vertaal in plaats van luisteer.

Klaar? Maak zinnen (exercice 8D)

Slide 24 - Slide

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 25 - Open question