Hoofdwortel: de dikke wortels van een plant.
Zijwortel: de kleine wortels aan de hoofdwortel.
Wortelharen: hele kleine wortels aan de zijwortel.
Houtachtige planten: planten met hout. (bomen en struiken).
Kruidachtige planten: planten zounder hout.
Bladsteel: hiermee zit het blad vast aan de stengel.
Bladschijf: het platten gedeelte van het blad
Vaatbundel: een groepje vaten die stoffen transporteren naar andere delen van de plant.