3.5 Steekproef

Programma
- Lesdoel
- Steekproef
- Afsluiting
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programma
- Lesdoel
- Steekproef
- Afsluiting

Slide 1 - Slide

Lesdoel

- Wanneer een steekproef aselect en representatief is;
- De betekenis van simuleren en de toepassing daarvan.

Slide 2 - Slide

Steekproef
Wanneer is een steeproef aselect?
En representatief?

Slide 3 - Slide

Steekproef

Slide 4 - Slide

Aselecte steekproef
Elk element uit de populatie moet een even grote kans hebben om in de steekproef te komen.



Zijn de volgende steekproeven aselect?

Slide 5 - Slide

Populatie: inwoners van Zoetermeer. Steekproef: willekeurig 100 bewoners kiezen uit de lijst van inwoners van Zoetermeer.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Populatie: treinreizigers. Steekproef: vragen stellen aan willekeurige passagiers op treinroutes die willekeurig zijn gekozen.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Populatie: ouders van leerlingen. Steekproef: een willekeurig deel van de leerlingen een vragenlijst meegeven om in te laten vullen door de ouders.
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Representatieve steekproef
De kenmerken van de populatie moeten in verhouding net zo vaak voorkomen in de steekproef.



Zijn de volgende steekproeven representatief?

Slide 9 - Slide

Er wordt onderzoek gedaan naar het stemgedrag voor politieke partijen van Nederlanders. Daarvoor worden aselect 8000 Nederlanders gekozen uit het bevolkingsregister.
A
Waarschijnlijk wel
B
Waarschijnlijk
C
Niet

Slide 10 - Quiz

Er wordt onderzoek gedaan naar het aantal uren dat ouders van de kinderen van een school van huis zijn. De ouders die op een ouderavond komen worden ondervraagd.
A
Waarschijnlijk wel
B
Waarschijnlijk
C
Niet

Slide 11 - Quiz

Er wordt onderzoek gedaan naar de hoeveelheid verf in blikken. Van alle geproduceerde blikken wordt steeds het tiende blik gewogen.
A
Waarschijnlijk wel
B
Waarschijnlijk
C
Niet

Slide 12 - Quiz

Gegevens simuleren
- Hoe groot is de kans om met drie dobbelstenen een totaal van 13 ogen te gooien?



Slide 13 - Slide

Gegevens simuleren
- Hoe groot is de kans om met drie dobbelstenen een totaal van 13 ogen te gooien?


Oplossing: Uitschrijven, kansboom. Echter duurt dit lang!!

Slide 14 - Slide

Gegevens simuleren
- Hoe groot is de kans om met drie dobbelstenen een totaal van 13 ogen te gooien?

Zo vaak gooien ==>  "wet van de grote aantallen" de gevonden kans zal steeds nauwkeuriger gelijk zijn aan de echte kans.

Slide 15 - Slide

Gegevens simuleren met GR
Naar de lijsten gaan==>STAT==>1.BEWERKEN
Druk op de naam van een lijst==>ENTER==>
MATH==>KANS==>5.randInt()==>Gegevens invullen==>ENTER

Slide 16 - Slide

Huiswerk
3.5: 30 + 31
3.6: 33 t/m 36

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide