Hormonale regeling

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Vandaag

Herhaling paragraaf 5.5 

Uitleg over hormonen, paragraaf 5.6 (bladzijde 138)

Opdrachten maken paragraaf 5.6

Een zenuw is deel van het centrale zenuwstelsel.

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn wel onderdelen van het centrale zenuwstelsel?

Op het plaatje is een zenuw te zien.

1. Juist
2. Onjuist

Op het plaatje is een reflexboog te zien.

1. Juist
2. Onjuist

Wat gaan we vandaag leren?

We gaan leren:

Wat hormonen zijn. 

Hoe hormonen werken. 

Hoe hormonen je bloedsuikerspiegel bijhouden. 

Hormonen

Naast impulsen, worden er ook stoffen gebruikt om boodschappen door te geven in het lichaam. Deze werken vaak langer, en sturen meerdere organen aan. Deze stoffen heten hormonen. Het hormoonstelsel bestaat uit organen die hormonen kunnen maken, klieren.

Hormonen

Voorbeeld: Adrenaline.

Adrenaline komt in veel situaties vrij, maar vooral wanneer er gevaar dreigt. In dit geval word door de bijnieren adrenaline gemaakt en verspreid. Dit zorgt ervoor dat je bloedvaten open gaan, je hartslag omhoog gaat en er meer voedsel vrijkomt in je lichaam. 

Bloedsuikerspiegel

In je bloed zit altijd een beetje voedsel; glucose. Deze hoeveelheid mag niet te laag zijn, maar ook niet te hoog zijn.

Op je alvleesklier liggen de Eilandjes van Langerhans, die stoffen maken die ervoor zorgen dat het glucoseniveau op peil blijft. Als je net hebt gegeten, en het glucosepeil hoog is, maken deze cellen insuline, dat glucose omzet in glycogeen. Zo kan het makkelijker worden opgeslagen in je lichaam. 

Bloedsuikerspiegel

Als er te weinig glucose in je bloed zit, maken zij glucagon: dit zet glycogeen (opgeslagen glucose in vet) om naar glucose. 

Eilandjes van Langerhans

Terugkoppeling

Bloedsuikerspiegel is een voorbeeld van terugkoppeling; je lichaam reageert op een bepaalde waarde. Soms om je lichaam in balans te houden (zoals bij dit voorbeeld), maar soms ook om nog meer van een bepaalde stof te maken. 

Huiswerk voor volgende les

Ga werken aan de opdrachten van paragraaf 5.6, dit is huiswerk voor de volgende les. De samenvatting hoeft niet, de plusopdracht wel.