1.5 woorden (2)

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Huiswerk check
Zijn er nog vragen bij bepaalde opdrachten. 
timer
3:00

Slide 3 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik
Wat betekenen de volgende woorden. Noteer ze in je schrift

het gadget
levensgroot
flexibel
achterhalen

Slide 4 - Slide

Lesdoelen 
In deze paragraaf leer je: 

- ongeveer vijfentwintig nieuwe woorden
- wat voorvoegsels zijn
§1.5

Slide 5 - Slide

Voorvoegsel
Bij sommige woorden kun je een stukje vóór het woord toevoegen; een voorvoegsel.
De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.
Voorbeeld: onrustig = on (voorvoegsel) + rustig = niet rustig

voorbeelden van voorvoegsels                            voorbeeldwoorden
her-                                                                                     herexamen
in-                                                                                        informeel
on-                                                                                      onjuist


Slide 6 - Slide

Een voorvoegsel bestaat niet als los woordje. Vaak heeft het wél een betekenis. Bijvoorbeeld:
on- = niet
her- = opnieuw


Door te kijken naar het voorvoegsel kun je de betekenis van een moeilijk woord beter achterhalen.

Slide 7 - Slide

Opdracht 
Schrijf eens 5 woorden in je schrift die jij al kent met een voorvoegsel.
Klaar? Vergelijk met je buur de woorden die je opgeschreven hebt.

Slide 8 - Slide

Aan het werk
hoofdstuk 1, §1.5 woorden, opdracht 15 & 16

klaar? woorden oefenen met de woordtrainer of lezen in je leesboek
niet klaar? dan is dit je huiswerk

Slide 9 - Slide

Afsluiting
Noteer de antwoorden van de volgende vragen in je schrift:

1. Wat is een voorvoegsel?
2. Welke voorvoegsel ken je en noem hierbij een woord?
3. Wat gebeurt er met de betekenis van een woord door een voorvoegsel?


Slide 10 - Slide

Huiswerk
Hoofdstuk 1, §1.5 woorden, opdr 15 & 16 maken en nakijken

Slide 11 - Slide