G&S H5 (1)

Ga rustig zitten.
Heb je je laptop opgestart?
Is je telefoon uit en uit het zicht?





1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga rustig zitten.
Heb je je laptop opgestart?
Is je telefoon uit en uit het zicht?





Slide 1 - Slide

Leerdoel
Na deze lessen weet je:
  • hoe je werkwoorden goed spelt.
  • het verschil tussen zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden 

Slide 2 - Slide

Planning van deze les
* uitleg 
* vragen LessonUp
* opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 5 - Quiz

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 6 - Quiz

Als JIJ achter de PV staat en je kunt 'jij' vervangen door 'je', schrijf je ...
A
IK-vorm
B
IK-vorm + t

Slide 7 - Quiz

Wat (vinden) jij van mijn onderzoek?
A
Vindt - want: stam + t
B
Vindt - want de persoonsvorm is een ww
C
Vind - want 'jij' staat achter de pv en je kunt er 'je'van maken
D
Vind - want je kunt van jij jouw maken

Slide 8 - Quiz

Hoe schrijf je het woord tussen haakjes en waarom?

(Worden) je daar ook zo onzeker van?
A
word, want je (jij) staat achter de pv
B
wordt, want het is een ander

Slide 9 - Quiz

Hoe schrijf je het woord tussen haakjes en waarom?

(Vinden) je moeder ook dat jij zo hard werkt?
A
vind, want er staat je achter de pv
B
vindt, want je kunt 'je' niet vervangen door 'jij'.
C
vind, want er staat jij in de zin

Slide 10 - Quiz

WERKWOORDSPELLING

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Hulpwerkwoord (hww)
De overige werkwoorden in de zin zijn hulpwerkwoorden.
Er is geen regel hoeveel werkwoorden dat zijn in een zin.

Hulpwerkwoorden hebben minder betekenis. 

Slide 13 - Slide

Kan je meer hulpwerkwoorden in een in hebben?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz


Ik heb dat altijd al willen kopen.

Wat zijn de hulpwerkwoorden?
A
heb
B
heb, willen
C
kopen
D
heb, willen, kopen

Slide 15 - Quiz

Wat is kenmerk van een hulpwerkwoord?
A
helpt het belangrijkste werkwoord in de zin
B
kan als enig werkwoord in een zin staan
C
belangrijkste werkwoord in een zin
D
kan zowel bij een wwg als nwg voorkomen

Slide 16 - Quiz

Uitleg 3GT
Aanwijzend voornaamwoord (av)
Wederkerend voornaamwoord (wkv)
Vragend voornaamwoord (vrv)

Zie de filmpjes hierna.

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
3BK: Hoofdstuk 5, paragraaf 5.7 G&S, opdracht 1, 2, 34, 5, 6, 7.

3AG: Hoofdstuk 5, paragraaf 5.7 G&S, opdracht 2, 3, 4b, 6, 7, 8, 9.
Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
rest van de les
Klaar?
'werken aan je boek-/ filmverslag.
Resultaat

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Zelfstandig werken
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
3BK: Hoofdstuk 5, paragraaf 5.7 G&S, opdracht 1, 2, 34, 5, 6, 7.

3AG: Hoofdstuk 5, paragraaf 5.7 G&S, opdracht 2, 3, 4b, 6, 7, 8, 9.
Hoe
Alleen en in stilte
Tijd
rest van de les
Klaar?
'werken aan je boek-/ filmverslag.
Resultaat

Slide 22 - Slide