5.3 Bevolkingsgroei en migratie

1 / 47
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wie regeerde aan het begin van dit tijdvak over een groot rijk?
A
Erasmus
B
Karel de Vijfde
C
Luther
D
Calvijn

Slide 4 - Quiz

De splitsing van de kerk rond 1500 heet de reformatie
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

De protestanten splitsten zich af van de katholieke kerk.
Hoe noemen we deze gebeurtenis? Er zijn er twee goed. Kies 1 van de twee.
A
Hervorming
B
Calvinisme
C
Vervolgen
D
Reformatie

Slide 6 - Quiz

Wie was Rooms-Katholiek
A
Willem van Oranje
B
Filips II
C
Luther
D
Calvijn

Slide 7 - Quiz

Willem van Oranje vond godsdienstvrijheid heel belangrijk. Waarom kwam hij in opstand?
A
Hij vond het vreselijk dat Filips II mensen vermoorden.
B
Hij wilde zelf Koning worden
C
Hij kwam toevallig in opstand
D
Hij had een hekel aan Filips II

Slide 8 - Quiz

Waarom vroeg de Spaanse koning zulke hoge belastingen?
A
Om grote paleizen te kopen
B
Om de oorlog te kunnen betalen
C
Om nog meer land te kunnen veroveren
D
Om de bevolking te verhongeren

Slide 9 - Quiz

In welke stad wonnen de watergeuzen voor het eerst van de Spanjaarden?
A
Leiden
B
Den Briel
C
Vlaardingen
D
Nijmegen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

de groei van de bevolking doordat er meer kinderen geboren worden dan
 er mensen sterven

de manier waarop de bevolking over een gebied verspreid is
het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied of
 land

bevolkingsdichtheid
bevolkingsspreiding
natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Mensen in arme landen hebben vaker grote gezinnen. Een reden is dat ze daardoor meer aanzien krijgen. Welke 2 redenen zijn er nog meer?
A
Kinderen kunnen geld verdienen en helpen in de huishouding
B
Kinderen kunnen later voor hun ouders zorgen en kunnen op het land werken
C
Kinderen kunnen geld verdienen en later voor hun ouders zorgen
D
Kinderen krijgen dan meer aanzien en geld verdienen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Als Stef naar Ierland verhuist voor zijn vriendin,dan is hij voor ons een...
A
Immigrant
B
Emigrant

Slide 26 - Quiz

Als Liam vanuit Portugal naar Nederland komt om hier te wonen, dan is hij voor ons een...
A
Immigrant
B
Emigrant

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

In een gebied neemt de natuurlijke bevolkingsgroei af. Toch neemt de bevolkingsdichtheid in dat gebied toe.

Geef een verklaring voor de toename van de bevolkingsdichtheid in dat gebied.

Slide 29 - Open question

Afbeelding 1

Slide 30 - Slide

Bekijk afbeelding 1. Deze kaart gaat over de bevolkingsspreiding in Nederland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Bekijk afbeelding 1. De bevolkingsspreiding in Nederland is gelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Bekijk afbeelding 1. In het gebied rondom de letter A (Drenthe) wonen gemiddeld 51 tot 100 inwoners per km2.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Bekijk afbeelding 1. De bevolkingsdichtheid is in het oosten van Nederland is lager dan in het westen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

mensen willen bij hun familie of gezin gaan wonen.

mensen verlaten hun land om een natuurramp, bijvoorbeeld een overstroming.  

mensen zijn op de vlucht voor oorlog of ze worden vervolgd. Daarom willen ze naar een veiliger gebied.

mensen hebben geen werk of leven in armoede. Ze verhuizen voor werk en een beter inkomen.

Slide 44 - Drag question

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide