Startrekenen 1F; hoofdstuk 13 les 4

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Omtrek en oppervlakte

Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?

1. Omtrek
2. Oppervlakte

Omtrek betekent

1. De omtrek bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mest je nodig hebt
2. De omtrek van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Wat is de omtrek?

• Je geeft aan hoe groot iets is als je erom heen loopt
• Alle kanten bij elkaar optellen.
•  Voorbeelden in huis/klas

Wat is de
omtrek?

1. 200 m
2. 58 m
3. 62 m
4. 60 m

Wat is de omtrek?

1. 60m
2. 59m
3. 72m
4. 62m

Wat is de omtrek van dit figuur?

1. 34 m
2. 64 m
3. 44 m
4. 48 m

Oppervlakte

Blz. 45

Oppervlakte geeft aan hoe groot een plat vlak is.

Oppervlakte van het onderstaande figuur is 9 hokjes.

De eenheid van oppervlakte is vierkante meter (m2) / vierkante centimeter (cm2)

Oppervlakte = 9 cm2

Wat is de oppervlakte?

• Je geeft aan hoe groot iets is
• Lengte x Breedte --> 3 x 3 = 9 cm2
•  Voorbeelden in huis/klas --> gras, verven muur, vloerbedekking

Oppervlakte betekent

1. De oppervlakte bepaalt bijvoorbeeld hoeveel verf je nodig hebt
2. De oppervlakte van een tuin bepaalt hoe lang het hek is dat je eromheen kunt zetten

Wat is de
oppervlakte
van deze kamer?

1. 10 m²
2. 16 m²
3. 20 m²
4. 15 m²

Wat is de oppervlakte van de zolderkamer?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Wat is de oppervlakte van de hele verdieping?

1. 2 m²
2. 8 m²
3. 30 m²
4. 42 m²

Door elkaar.

Omtrek en oppervlakte.

Hoe reken je ook alweer de omtrek uit?

1. lengte x breedte
2. lengte+ breedte x 2
3. lengte + breedte + lengte + breedte
4. Er een rondje om lopen en alles optellen

Wat is
de omtrek?

1. 300 meter
2. 35 meter
3. 70 meter
4. 60 meter

Wat
is de
oppervlakte?

1. 35 m2
2. 300 m2
3. 60 m2
4. 70 m2

Hoe reken je ook alweer de oppervlakte uit?

1. lengte x breedte
2. lengte+ breedte x 2
3. lengte + breedte + lengte + breedte
4. Er een rondje om lopen

Wat is
de oppervlakte?

1. 25 cm2
2. 10 cm2
3. 40 cm2
4. 20 cm2

Wat is
de omtrek?

1. 25 cm
2. 10 cm
3. 40 cm
4. 20 cm

Maken opdrachten

Maken blz. 42 t/m 48

opd. 17 t/m 25