6.1.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen
Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> dicht
Etui --> pen/potlood en rekenmachine.
Map --> open
Gelukt = stil zijn en wachten :)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> dicht
Etui --> pen/potlood en rekenmachine.
Map --> open
Gelukt = stil zijn en wachten :)
Slide 1 - Slide
Vorige les
Slide 2 - Slide
Planning
Uitleg 5 min
Oefen in lesson up 5 min
Werken 30 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min
Slide 3 - Slide
Leerdoel trede 6
week 1
Je legt uit wat negatieve getallen zijn, je plaatst ze op de getallenlijn en je vergelijkt ze. Je legt uit wat gehele getallen zijn. Je telt op en trekt af met eenvoudige positieve en negatieve (decimale) getallen, ook op je rekenmachine.
Slide 4 - Slide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je telt op en trekt af met (decimale) positieve en negatieve getallen, met of zonder getallenlijn.
Je bepaalt het verschil tussen twee getallen.
Je maakt eenvoudige opgaven met negatieve getallen op je rekenmachine.
Je rekent met negatieve getallen waarbij tussen de termen een +- staat.
Je rekent met negatieve getallen waarbij tussen de termen een - - staat.
Je maakt opgaven met positieve en negatieve getallen op je rekenmachine.
Slide 5 - Slide
negatieve getallen
Negatieve getallen
Slide 6 - Slide
3 - 2 =
A
1
B
-2
C
-1
D
2
Slide 7 - Quiz
2 - 3 =
A
2
B
1
C
-1
D
-2
Slide 8 - Quiz
wanneer ik er ijsblokjes bij doe wordt de temperatuur ....
A
hoger
B
lager
C
blijft gelijk
D
ik weet het niet
Slide 9 - Quiz
Het is 2 graden en wordt 5 graden kouder. Hoeveel graden is het nu?
A
7
B
-3
C
3
D
-7
Slide 10 - Quiz
3+ -6,8=
A
-3,8
B
3,8
C
9,8
D
-9,8
Slide 11 - Quiz
Overdag is het 2 graden. Het verschil is 17 graden kouder 's nachts. Hoeveel graden is het 's nachts?
A
19
B
-14
C
-17
D
-15
Slide 12 - Quiz
5 + - 11 =
A
6
B
-5
C
-6
D
16
Slide 13 - Quiz
-10 - 11 =
A
1
B
-21
C
-1
D
11
Slide 14 - Quiz
- 4,5 + 6 =
A
-1,5
B
1,5
C
-10,5
D
10,5
Slide 15 - Quiz
8 - -4 =
A
-12
B
4
C
12
D
-4
Slide 16 - Quiz
-- = +
12−−5=…
2−−7=…
4−−4=…
Slide 17 - Slide
We gaan aan de slag!
Doelen deze week:
Les 1: 6.1.1 Negatieve getallen
Les 2: 6.1.2 Gehele getallen vergelijken
6.1.3 Optellen en aftrekken met negatieve getallen
Slide 18 - Slide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je telt op en trekt af met (decimale) positieve en negatieve getallen, met of zonder getallenlijn.
Je bepaalt het verschil tussen twee getallen.
Je maakt eenvoudige opgaven met negatieve getallen op je rekenmachine.
Je rekent met negatieve getallen waarbij tussen de termen een +- staat.
Je rekent met negatieve getallen waarbij tussen de termen een - - staat.
Je maakt opgaven met positieve en negatieve getallen op je rekenmachine.