paragraaf 3

meneer Crijns
maandag 6e uur 7 februari

So Hoofdstuk 4 paragraaf 1 en 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

meneer Crijns
maandag 6e uur 7 februari

So Hoofdstuk 4 paragraaf 1 en 3

Slide 1 - Slide

lesdoelen
Hoe leefde jongeren na de oorlog?
Welke verschillende jongerenculturen zijn er?
Gevolgen van de jeugdcultuur voor de hele samenleving?

Slide 2 - Slide

3.1 Jong in de jaren '50
  • 6 dagen werken voor laag loon.
  • Amper ontspanning.
  • Zondag kerk & familie.
  • Mensen leven dicht op elkaar.
  • Letten op elkaar en elkaars kinderen.

Grote sociale controle = Gedrag wordt in de gate gehouden door familie/vrienden/buren. 

Slide 3 - Slide

Jongerenculturen
  • Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw:
  1. kwam er meer welvaart (stijging lonen)
  2.  meer vrije tijd (5 daagse werkweek).
  3. meer mensen in steden (minder sociale controle).
  4. jongeren langer naar school (meer onderlinge beïnvloeding). 

Slide 4 - Slide

Jongerenculturen
  • Ook jongeren werden welvarend, zij konden zich voor het eerst onderscheiden!
  • Onderscheiden d.m.v. kleding, muziek, uitgaan etc.
  • Gedrag van jongeren veranderde snel!


Slide 5 - Slide

voorbeelden van jongerenculturen

Slide 6 - Slide

Nozems
  1. Eerste groep uit eind jaren '50.
  2. Werkende jongeren uit steden.
  3. Jongens: Brommers, leren jacks, spijkerbroeken en kuiven.
  4. Meisjes: Wijde rokken, petticoats, hoge kapsels.
  5. Genieten van vrijheid.
  6. Geen zin in verantwoordelijkheid en familiepraat.

Slide 7 - Slide

Provo's
  1. Hoger opgeleide jongeren.
  2. Vanaf jaren '60 in Amsterdam.
  3. Provoceerden 'het gezag' (ouders/leraren/kerk/politie).
  4. Milieubewust.
  5. Bemoeiden zich met politiek.
  6. Jongens: netjes en lang haar.
  7. Meisjes: lang haar en minirokken.

Slide 8 - Slide

De hippies.
  • Vanuit Amerika naar Europa.
  • Eind jaren ‘ 60.
  • Woonden in communes, gekraakte panden of hingen rond.
  • Droegen tweedehands kleding, kleuren, bloemen, kettingen en hadden lang haar.

Slide 9 - Slide

Punkers
  • Eind jaren ‘70 (lage welvaart).
  • Hekel aan maatschappij, leger, politie en geld verdieners.
  • Teleurgesteld over werkeloosheid en woningnood en geen vertrouwen in toekomst.
  • Kraakpanden.
  • Veel protesten en ruzies met politie.

Slide 10 - Slide

Gabbers
Gabbers ontstonden in de jaren '90.
  • Uit hun dak gaan voordat saaie, verantwoordelijke leven begint.
  • Grote feesten, drugs, trainingspakken, sneakers en opscheer.

Slide 11 - Slide

Eind jaren 50 verminderde de sociale controle in Nederland, welke reden hoort hier niet bij?
A
er kwam meer vrije tijd
B
jongeren gingen langer naar school
C
steeds meer mensen gingen in de stad wonen
D
de lonen gingen omlaag

Slide 12 - Quiz

waarom kwam er in Nederland juist in de jaren 60 meer vrije tijd?
A
de schoolweek werd verkort van vijf naar vier dagen
B
de vijdaagse werkweek werd ingevoerd
C
de werkloosheid steeg
D
steeds meer jongeren gingen naar de kerk

Slide 13 - Quiz

welke jeugdcultuur in Nederland was eind jaren 60 voor vrije seks?
A
Gabbers
B
Hippies
C
nozems
D
provo's

Slide 14 - Quiz

welke twee jeugdculturen zijn ontstaan in de jaren 60?
A
hippies en provo's
B
nozems en gabbers
C
provo's en punkers
D
punkers en hippies

Slide 15 - Quiz

Om welke reden gingen jongeren steeds minder naar de kerk vanaf de jaren 60?
A
de kerk had ouderwetse opvattingen
B
de werkweek werd langer
C
veel kerken waren vernietigd in de oorlog
D
veel ouders verboden kerkbezoeken

Slide 16 - Quiz