This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Weefsels
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.
Slide 2 - Slide
organisme
Een mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen
Slide 3 - Slide
orgaan
Een deel van een organisme met één of meerdere functies
Slide 4 - Slide
weefsel
groep cellen met dezelfde vorm en functie
Slide 5 - Slide
Cellen
Alle organismen bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. Cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen zien onder een microscoop. Cellen zijn doorzichtig. Om ze goed te kunnen zien onder een microscoop, worden ze gekleurd.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Cellen, hoe zien ze eruit?
De vorm van een cel heeft te maken met zijn functie
Slide 8 - Slide
Weefsels van mensen
Een groep cellen met dezelfde vorm en
functie = weefsel
Een orgaan bestaat uit
verschillende weefsels.
Slide 9 - Slide
Verschillende weefsels
Elk orgaan bestaat uit meerdere weefsels
Slide 10 - Slide
Tussencelstof
Zit tussen de cellen in. Kan vloeibaar, hard of zacht zijn. Dat hangt af van het soort weefsel.
Tussencelstof van beenweefsel is erg hard/kalkachtige stof.
Tussencelstof van kraakbeenweefsel is soepel.
Tussencelstof van zenuwcellen in de hersenen is vloeibaar