Catch up GL 1UNIT 4

Welcome everyone
Please grab your books and chromebooks
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome everyone
Please grab your books and chromebooks

Slide 1 - Slide

Programma van vandaag:
  1. Nog 1 keer alle grammatica
  2. Online oefenen 

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
  1. Aan het einde van de les heb je nog een keer geoefend met alle grammatica van UNIT 4.
  2. Aan het einde van de les ben je in staat om een toets vraag te maken over UNIT 4

Slide 3 - Slide

Ik snap alle grammatica van UNIT 4 al.
mee eens
weet ik niet
niet mee eens

Slide 4 - Poll

Mee eens?
Ga nu naar de online omgeving van Engels en maak de Catch Up van UNIT 4 af, daarna zelf test. 


Slide 5 - Slide

Wel doen, Niet doen?
(gebiedende wijs)

Slide 6 - Mind map

Gebiedende wijs
Wel doen: Begin met een werkwoord
Keep your things in your bag!
Shut your mouth!

Niet doen: Begin met don't
Don't go to RBB
Don't shit in your pants.

Slide 7 - Slide

Ga naar school
Vertaal

Slide 8 - Open question

Ga niet slapen in de klas.
vertaal

Slide 9 - Open question

Wat weet je van de present simple?

Slide 10 - Mind map

Present Simple
Gebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt
Schrijf je door gewoon het werkwoord te gebruiken
Zinnen met he/she en it: Komt een S achter het werkwoord
I go to school --> Boaz goes to school.

Slide 11 - Slide

Vertaal:
Ik eet iedere dag brood

Slide 12 - Open question

Vertaal:
Noel vergeet (forget) altijd zijn laptop.

Slide 13 - Open question

Vragen en ontkenningen
Bij vragen in de Present Simple gebruik je Do of Does
Do you go to school every day?
Does she go to school every day?
Bij ontkenningen gebruik je don't en doesn't 
I don't go to school every day
Piet doesn't go to school every day

Slide 14 - Slide

Maak vragend:
We see him at QB every time.

Slide 15 - Open question

Maak ontkennend:
Sem likes cake.

Slide 16 - Open question

This , that, those, these

Enkelvoud: this (dichtbij), that (ver weg)
Meervoud: these (dichtbij), those (ver weg)

Slide 17 - Slide

This / That / These / Those
A
Could we go to this building over there?
B
Could we go to that building over there?
C
Could we go to these building over there?
D
Could we go to those building over there?

Slide 18 - Quiz

This / That / These / Those
A
Look at this birds on the roof there!
B
Look at that birds on the roof there!
C
Look at these birds on the roof there!
D
Look at those birds on the roof there!

Slide 19 - Quiz

Ik snap nu alle grammatica van UNIT 3 beter, en ik kan zelfstandig aan de slag
mee eens
weet ik niet
niet mee eens

Slide 20 - Poll

Huiswerk:
Ga nu naar de online omgeving van Engels en maak de Catch Up van UNIT 4 af, daarna zelf test. 

Slide 21 - Slide

Maak een toetsvraag. Je mag zelf kiezen welk onderdeel: meervoud, ING vorm, have got.

Slide 22 - Open question