4m - L13 P1 - Sprechen: am Bahnhof

   Deutsch!    

4m
Les 13 P1
Guten Morgen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

   Deutsch!    

4m
Les 13 P1
Guten Morgen

Slide 1 - Slide

Lernziel
Lernziel Kapitel 2
- je kunt informatie geven en vragen (A2) 

> op een station treinkaartjes kopen 
> reisinformatie opvragen

Slide 2 - Slide

Heute
Voorbereiding voor les 13:

maken: Aufgabe 1 t/m 4 van Kapitel 2
leren: Vokabeln Aufgabe 4 (Seite 33).

Verwerkingsopdrachten na les 13:
maken: Aufgabe 5 t/m 9 van Kapitel 2
leren: Vokabeln Aufgabe 4 (Seite 37).






Slide 3 - Slide

Am Bahnhof

Slide 4 - Slide

das Flugzeug
der Fahrplan
der Zoll
das Schließfach
die Seife
die Baustelle
der Zuschlag

Slide 5 - Drag question

de gevonden voorwerpen
het loket
de conducteur
de vertraging
de trein
de aansluiting
der Anschluss
der Schaffner
das Fundbüro
der Schalter
die Verspätung
der Zug

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

quiz: uitspraak

Slide 8 - Slide

Hoe spreek je de 's' uit in woorden als 'See' en 'Sommer'?
A
als een s
B
als een z
C
als ts
D
als sj

Slide 9 - Quiz

Hoe spreek je de 'g' uit in woorden als 'gerne' en 'Geld'?
A
gewoon als onze g
B
als sch
C
als een k
D
als de Engelse g in 'garden' en 'girl'

Slide 10 - Quiz

Hoe spreek je 'ä' uit?
A
als a of aa
B
als e of ee
C
als aj
D
als eu

Slide 11 - Quiz

Hoe spreek je 'u' uit?
A
als [uu] in vuur
B
als [oo] in boot
C
als [oe] in boek
D
als [ui] in huis

Slide 12 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit:
'vierzehn'?
A
[vierzeen]
B
[vierzen]
C
[viertseen]
D
[viertsen]

Slide 13 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'schön'?
A
[schoon]
B
[scheun]
C
[scheun]
D
[sjeun]

Slide 14 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: 'weiß'?
A
[waib]
B
[waip]
C
[waitz]
D
[wais]

Slide 15 - Quiz

a - kort   →   Katze
a - lang  →  Bahn

o - kort   →  Bonn
o - lang →  Boot

u  - kort  →  kurz
u  -  lang   →  Huhn

e  - kort   →   denn
e  - lang   →   drehen


ä  - kort  → Märchen
ä   - lang   → Käse

ö  -  kort  → völlig
ö  - lang → hören

ü - kort  → Hülle
ü  -  lang  →  Tüte

i  - kort  → ich
i(e)  - lang  → liebe

Slide 16 - Slide

y  →  Typ
maar niet in leenwoorden!
(Hobby / Baby)

ei → reisen

au  →  Haus
aü  → Häuser

eu → Heute




G-klanken
begin van het woord? Goodbye
Ach-Laute
Ich-Laute

Z → Zaun

s  → sie
sp  → spielen
sch  → Schiff

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

spreekopdracht 2 (MO2)
Reclamefilm maken in het Duits

Slide 19 - Slide

Tips
- luister / check hoe iets wordt uitgesproken
- maak de lange klinkers ook echt lang
- na een K / P / T een extra H uitspreken
- vermijd Engels!

Slide 20 - Slide

Heute
Voorbereiding voor les 13:

maken: Aufgabe 1 t/m 4 van Kapitel 2
leren: Vokabeln Aufgabe 4 (Seite 33).

Verwerkingsopdrachten na les 13:
maken: Aufgabe 5 t/m 9 van Kapitel 2
leren: Vokabeln Aufgabe 4 (Seite 37).






Slide 21 - Slide